Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 274] [p. 274] [Ik leef al in 't ontoegankelijke] IK leef al in 't ontoegankelijke, Dat nog wel raaklijn aan de aarde heeft, Maar waarvan de meesten 't bestaan niet weten En, als ze er van hooren, 't ontkennen, Verwaten als ze zijn; nu zeg ik: terloops Op sommige dagen komt het dichtbijer, Behoort zelfs een streep aarde er toe, Waar bloemen staan tusschen oever en water, Bergen teloorgaan in vlucht van wolken. Op die dagen, gaande langs die gebieden, Kon men overgaan zonder doodsstrijd, Zonder angst voor het einde - vervliedend. Maar menschen wagen zich niet op uiterste paden Die hun te smal, te steil zijn, te ver, Tusschen wolken en bergen, oevers en water. Vorige Volgende