Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 214] [p. 214] Aardbeving Nicaragua 't Is vroeg; de witte huizen, kerken, tuinen, De hekken waar ik langs liep, spelend kind, Als man 's nachts zong, staan in de stilte samen Al eeuwen tot een stad; er is geen wind. De maan bleekt in 't azuur; teerrood begint De dag over de heuvlen, voor de ramen. Daar komt de schok, schuin knikken de oude huizen, Er puilen menschen uit, van angst doof, blind, Knielen op straat dicht naast elkander. Help, Heilige God, Santa Virgen! De bodem siddert, Als door onzichtbre klauwen ingetrokken. De lucht wordt zwaar als lood. Komt er geen wind? 't Is of de dood de weerlooze aarde worgt, Terwijl het firmament minachtend toeziet. (Rubén Darío) Vorige Volgende