Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 151] [p. 151] II Hoera, dat zeemansleven! (Oud zeemanslied) [pagina 152] [p. 152] Dialogue mystique ‘O marinero En esta fonda’ ‘O lichtmatroos, Wat zoek je toch In deze kroeg?’ 'k Zit in mijn hoek En drink een glas, Ik lig niet graag Des nachts in 't gras. ‘Neen, neen, matroos, Je hebt toch drank Aan boord genoeg!’ 'k Was derdhalfjaar Ter walvischvangst, En voor de stilte Heb ik angst. ‘Maar in het dok Begint 't lawaai Al 's morgens vroeg!’ [pagina 153] [p. 153] Neen, ik hoor graag Valsche muziek; 't Geknars van winches Maakt mij ziek. ‘Neen, neen, matroos, Je luistert niet, Je bloed zingt jou Een ander lied.’ Nu ja, 't is waar, Ik kwam om jou. 'k Zag in drie jaar Geen blanke vrouw. 'k Zoek jou met huid, Haar en de rest, In deze kroeg. ‘Matroos, dat 's best. Verbras je buit. Ik ben genoeg. [pagina 154] [p. 154] Je hebt plezier, Betast mijn been. Boy, come here, One bottle champaign. Buig je maar over Mijn boezem heen. Steek je hand er in. Two bottle champaign. Wil je nog meer, Kom dan boven, Ik doe meer Dan alleen beloven.’ Neen, Dolly, neen, Dat zoek ik niet - Van kroeg tot kroeg. Dat wil ik niet. ‘Maar wat dan wel?’ Ik weet het niet. [pagina 155] [p. 155] ‘Matroos, matroos, Je bent geen man. Geen drank, geen vrouw, Wat zoek je dan?’ Ik weet het niet, Het is ook niet In deze kroeg. Ik heb nooit wat, En heb ik wat, Dan is 't niet dat. ‘Je bent een held, Maar niet bij de hoeren. Geef mij mijn geld, 'k Heb tijd verloren.’ Hier, alles, neem, 'k Ga weer op zee. Mijn hart barst nog Van woede en wee. Vorige Volgende