Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 148] [p. 148] [Klaaglijk roepen de alcyonen] KLAAGLIJK roepen de alcyonen, Schichtig fladdren de alcyonen, Boven 't woedend brandingklotsen Tegen Akashiro's rotsen, Waar wraakgierige demonen, Boven Akashiro's rotsen, Tusschen gierennesten tronen. Over Akashiro's rotsen Zweeft een lieflijk avondrood; Onder, blind in 't brandingklotsen, Vindt de schepeling zijn dood. Klaaglijk schreeuwen de alcyonen, Laag en schichtig de alcyonen Scheren over 't brandingklotsen. Rood zijn Akashiro's rotsen. Vorige Volgende