Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Zeemans Herfstlied 't Geweld van de wervelende vlagen Verwoest de weerlooze bloemen En plundert de steunende hagen; De blanke meren vertroeblen. Had ik nu een needrige hoeve En kinderen spelende buiten, Om aan de beregende ruiten Gedachtloos gelukkig te toeven. Na 't zwerven en stuursche staren Over de eeuwige zee, Na 't eindloos tumult van gevaren: De stilt' van een vredige stee. - Maar het is anders geworden, Mijn makkers zijn vroeger gestorven Of in ander alleen-zijn verzworven. Ik strandde in een doode stad, Bewandel een eenzaam pad, Vertrouwd met vergeten graven, Omspeeld door zieltogende blaren. Vorige Volgende