Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] [Onder het zonnezeil, verrukt door den wind] ONDER het zonnezeil, verrukt door den wind, Zit ik gelukkig. 't Noodlot is nukkig, Maar er blijft niets meer dat me aan 't leven bindt. De vrouwen, vroeger voor eeuwig bemind, Liet ik gelukkig Vroegtijdig achter zonder kind. Ik heb genoeg aan de natuur, Altijd grootmoedig, En aan den stille' of stormende' oceaan, Eindloos voorspoedig. Een vluchtig avontuur Houdt me even opgetogen: Meeuw, door een golf bewogen, Veilig bevleugeld, toebehoorend aan 't Onmeetlijk, onuitputtelijk azuur. Vorige Volgende