Verzamelde gedichten. Deel 2(1947)–J. Slauerhoff– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Aan den Reiziger Steden spinnen wegen: Webben tusschen kerkers. Zwerf of geef je over. 't Ravijn bant den blik, De vlakte verstrooit ze. Bespring rotstrappen, zwerfblokken naar uw drift. Laat in de vlakte uw veerende voetzool Liefkoozen door het vochtige gras. Rust in stilte van rumoer, Doch niet te lang: De zwerver wet zijn eenzaamheid op de menigt'. Reken op geen rustplaats. Een duurzame deugd is voos. Zoek het venijn dat ophitst tot hartstocht, Waarin de deugden verbranden, de dorste het snelst. Zonder leidster, rustplaats, liefde, lof, Als niet bestaande in het bestaande, Belandt gij niet in het moeras der zaligheid, Maar blijft vlot op den maalstroom van het Noodlot. (Segalen) Vorige Volgende