23 |
Wyl: Aangezien |
27 |
Gemeeten: Afgelegd |
28 |
altemet: nu en dan |
29 |
in 't lyf: van binnen |
31 |
Met handgekus: dwz. Met reverentie. Men behoeft hierbij niet aan heuse handkussen te denken. |
33 |
Daar: Terwijl |
|
de misslagh vier: niets gedaan heb aan mijn gebrek |
34 |
Onkundigh: ‘Als zijnde onwetend’ (de misslagh, die eruit bestaat dat ik geen weet heb van ...) |
|
wat orduinen: welke arduinen bouwwerken (vgl. wnt xi, 1480) |
36 |
Niet slechter zyn Romeinsch geplant: Op Romeinse wijze en niet slechter dan Romeinse bouwwerken zijn gebouwd |
37 |
Honslerdyk: Honselersdijk, het nu bijna geheel verdwenen paleis van Frederik Hendrik bij Naaldwijk |
38 |
wyk: gebied. Six doelt op het zomerpaleis Ter Nieuburch bij Rijswijk, dat geheel verdwenen is (Wander, 1981, p. 29-35). |
39 |
Niet afgeleegen: Nog niet eens zo ver weg gelegen ... als |
40 |
Het ebben van een daghgety: Zes uren gaans (de periode van eb in de dagelijkse getijdenbeweging) |
41 |
Daar: Terwijl (daarentegen) |
|
eer boogh: ooit heb neergeslagen (uit eerbied) |
43 |
Waar: Toen |
|
syn ontnoomen Barony: het in 1625 door Spinola veroverde Breda, in 1637 door Frederik Hendrik heroverd |
44 |
Herstelt wierd: Teruggewonnen werd |
|
dwinghlandy: heerschappij, kracht van wapenen |
45 |
Waar: En toen |
|
Schenkeschans, en 't Sas: in 1636 veroverde Frederik Hendrik Schenkenschans, in 1644 Sas van Gent. Six' blijdschap over deze veroveringen kan blijken uit zijn gedicht moed aan het fransche heeir op den intocht in vlaanderen van 1645 (gedicht no. [154]). Bedoelt hij te zeggen dat hij Frederik Hendrik wel eens in levenden lijve heeft aanschouwd, in de tijd van diens opmars naar Hulst? |
47 |
Maar noch: Maar desondanks (sluit aan bij r. 41) |
48 |
in den rouw: het hogelijk betreurend |
50 |
Niet eens: Nimmer |
51 |
haare Son: nl. Oranjes zon (vgl. r. 42), dwz. u, Amalia |
52 |
Daar ook: Zelfs terwijl |
|
den Amstelsteen: de Amstelstad |
54 |
naar gedaalt weer licht ophaalt: na te zijn ondergegaan (als u gaat slapen) opnieuw doet oplichten |
55 |
Och dorst: Ach, mocht ... het aandurven te |
|
oovertuight: geheel bereidwillig |
57 |
haare Godheit: de goddelijke zon van Oranje (Amalia) |
|
veer: verre |
59 |
smeeken: smeekbeden |
61 |
vinden zal: ‘zal weten te vinden’, wèl zal gaan naar |