17 |
min: minder |
18 |
En dat het scheen te spaa: En hoezeer het ook te laat scheen |
22-24 |
Hoe ... t' schuil: Hoe groter de hoeveelheid van mijn zonden werd (alsof mijn zonden steeds nieuwe zonden voortbrachten), die U van mij weghield en die U voor mij verborgen hield (vgl. wnt xiv, 1143: te schuil) |
28 |
te leeven plach: had geleefd en leefde |
32 |
vergroot: groter wordend (nl. de anghst) |
33 |
Noch: Toch |
37 |
weesen: aangezicht |
41 |
goedigh: genadig |
43 |
recht weemoedigh: in oprecht berouw |
47 |
gunstigh: genadiglijk |
48 |
geverght: gevraagd |
50 |
het was: de was (van bijvoorbeeld een kaars) |
53 |
dronk: dwz. deed ... opdrogen |
54 |
nuchter morgensop: het vocht van de dauw in de prille morgen |
55 |
verlicht: ontlast, ontladen |
60-61 |
Tot ... keeren: Weer te keren naar hun uitgebraakte voedsel uit begeerte het weer op te slobberen (wnt xi, 1204, deze plaats) (Spreuken 26:11) |
64 |
Ik dreef myn oud bedryf: Of ik deed weer wat ik voorheen deed; Of ik verviel in mijn vroegere zonden |
65 |
Eer: Nog voordat |
67 |
teegen wenschen: ook al willen ze dat (soms) niet |
68-69 |
Liep ... dwaalen: dwz. Raakte ik in mijn gedachten weldra aan het dwalen (wnt xxii, ii, 1030, deze plaats) |
74 |
Dan: Anders dan |
|
in de sy: vgl. Johannes 19:34 |
77 |
laas: ach, helaas! |
81 |
feil: zonde |
82 |
onbereikte: nooit beklommen (dwz. onbeklimbaar-hoge) |
85 |
had my beslaagen: had mij (toen) in haar greep |
86 |
Die niet te swaar geneest: Die nog wel geneselijk was (in tegenstelling tot de nu te vrezen melaatsheid, r. 87) |
87 |
om: wegens |
88 |
Heb ik my self gevreest: Ben ik van mijzelf geschrokken |
89 |
Naäman: de met melaatsheid geplaagde Syrische krijgsoverste (2 Koningen 5) |
91 |
Jordans plaschen: wateren van de Jordaan. Naäman genas van zijn ziekte, nadat hij zich, op aanraden van Elisa, zeven maal in de Jordaan had ondergedompeld (2 Koningen 5:14). |
92 |
Vermeugen: Vermogen, Kunnen |
95 |
Ellendich op te slikken: Om ellendig te kunnen worden opgeslikt |
97 |
't: dwz. ‘mijn gehele zelf’ |
104 |
Gaat flus myn aadem uit: Mocht mijn adem binnenkort ophouden te gaan |
111 |
Zoo rusten myn gewissen: Dan zal mijn hele geweten (mijn hart) in gerustheid vertrouwen (volgens wnt iv, 2110 kent gewisse geen meervoudsvorm) |