toelichting |
Bij haar huwelijk, op 29 januari 1619, was Six' moeder nog 22 jaar oud. Zij zou in datzelfde jaar 23 worden (vgl. Frederiks, 1883, p. 234). In 1657 werd zij dus 61 en op die verjaardag schreef Six dit gedicht, niet lang voordat zijn Poësy gedrukt werd. Het gedicht staat op p. 604-605 van de bundel. |
|
annotatie |
|
|
3 |
jaar beschreeven: afgelegde jaren (vgl. ‘een baan beschrijven’) |
5 |
van uw andre kindren: dwz. door al uw kinderen behalve door mij (de uitleg volgt in r. 7 e.v.) |
6 |
Vermaanende: Die vragen (wnt xx, 1183, deze plaats) |
7 |
wyl: aangezien |
|
vast: gedurig |
8 |
Hoe dat ghe meerder werd bejaart: Hoe ouder u wordt, Bij uw bejaarder worden |
10 |
Aan: Bij |
11 |
Zoo was het best: Zou het het beste zijn (het expletieve Zoo vat wyl, r. 7, op) |
11-12 |
van ... beschreit: dat uw verjaardag door (ons) allemaal beschreid zou worden |
13 |
kan het zyn: als het mogelijk is |
15 |
spaaren: uitsparen |
16 |
Wensch ik, aan heur geslacht, betaal: dwz. Betale zij, zo wens ik, (toch) aan haar kinderen. Six' moeder zou dus de zes uitgespaarde verjaardagstaarten wèl aan haar kinderen moeten geven, maar dan in de vorm van ‘gewone’ appeltaarten, niet in die van verjaardagstaarten. |
18 |
Gesetten tyd: Een steeds terugkerende, vaststaande feestdag (wnt iv, 2196). Six zal echter ook bedoelen: De vooraf bepaalde tijd van ieders leven. |