17 |
Duitschland: nl. bij het binnendringen van de Zweedse legers in de jaren dertig |
18 |
Pruissen: nl. de Brandenburgs-Pruisische staat onder de Grote Keurvorst Frederik Willem |
19 |
Goôn: dwz. heersers, bestuurders |
25 |
sich moeije: zich inzette, zijn best doe |
27 |
het luk: de fortuin, het lot |
28 |
gehoepelt, als een hoep: rondgedraaid als een hoepel (vgl. het rad van fortuin) |
30 |
Het quetse geen gemoed: Het moet niemand tot in zijn ziel raken |
32-33 |
Wat ... toebehooren: dwz. Dan stelle hij zich de vraag welke zaken hij zou kunnen kwijtraken, want alles is toch van God |
34-36 |
Mist ... besat: Als iemands opzet om winst te maken mislukt, behoeft hij zich ook minder zorgen te maken om een vermogen dat hij toch nimmer echt zou bezitten |
39-42 |
Van ... regeert: Op de ‘wijs bestuurde’ instituten, die echter in alle aardse regeerders de heerszucht doen razen en tieren en die alles op zijn kop zetten. Doelt Six op de adviescolleges van vorsten? |
44 |
wel: goed |