5 |
Die: En die (vervolgens) |
|
't worstelperk van schoollatyn: dwz. de Latijnse school |
7 |
des wysgeers gouden myn: dwz. het Atheneum Illustre(?) |
8 |
Voor aan was ingekroopen: dwz. Nog maar net was begonnen te ‘graven’ |
9 |
onbewust des schats, en glans: omdat hij geen zicht heeft op de schat en de luister |
10 |
Die vrye konsten baaren: Die de wetenschappen (de artes liberales) voortbrengen |
11 |
Den voetstap: Het voetspoor |
12 |
Afkeerlik: Omdat hij er een tegenzin in heeft (vgl. wnt Suppl. i, 549) |
|
slecht: op nadelige wijze, of: zonder omhaal? (wnt xiv, 1621-1622) |
14 |
wel bedreeven: kundige (bepaling bij kooplui) |
15 |
Geset, op 't rad van aaventuur: Geplaatst op het wiel van het lot, het rad van avontuur (hier voor: in de wankele positie van een handeldrijvend mens) |
16 |
Geheelyk: Volledig (wnt iv, 822), dwz. zonder nog tijd te besteden aan andere zaken (zoals zijn studie) |
17 |
dien jongelingh: díe jongeman (die jij bent) |
18 |
myne swaanen: dwz. mijn gedichten |
20 |
Dan: Nu dan |
21 |
Hy heb het lyf ten dienst beleeft: In zijn dienstbetrekking moet hij zich met inzet van zijn gehele persoon beleefd gedragen |
22 |
Getroost: Gelijkmoedig, Vastberaden |
|
in kon, en hitten: dwz. in alle situaties |
23 |
geen letsel heeft: dwz. geen geldige reden (‘beletsel’) heeft om het niet te doen |
24 |
Hy laat den hoed niet sitten: Neme hij zijn hoed (beleefd) af |
25 |
gaauw: oplettend |
|
kuisch: dwz. vrij van achterbaksheid |
26 |
Den mond gevraaght soet oopen: En houde de mond, als hem iets gevraagd wordt, gereed tot een innemend antwoord |
27 |
't Gehoor, by quaade reen, van huis: dwz. Bij kwaadsprekerij luistere hij niet (houde hij zich doof) |
29 |
tarpentyn: nl. terpentijnhars (onder meer gebruikt als zegellak voor brieven, wnt xvi, 1608). Bedoelt Six dat Wilhelm zijn handen steeds goed moet wassen (na kantoorwerk?), of (ook) dat hij, in ruimer zin, nooit vuile handen moet maken, eerlijk moet blijven (vgl. ook r. 30)? |
31-32 |
Den ... bevangen: Hij zorge ervoor dat zijn buik niet met onbekommerd gedronken wijn en met gezwelg overladen is (de zin nog steeds afhankelijk van Heb, r. 25) |
33 |
De sinnen: De geest |
34 |
Maar om Latynsche boeken: dwz. Maar bezig met Latijnse boeken |
35-36 |
Ook ... besoeken: Hij heb ook de sinnen (Hij houde zich ook voor) 's woensdags de kerk en moeder te bezoeken, als hij daartoe in de gelegenheid is. Six raadt zijn broer dus aan om naast de zondagse dienst ook, als het maar enigszins mogelijk is, een doordeweekse predikatie te bezoeken. In Amsterdam werd ook in de week kerk gehouden (vgl. de annotatie bij gedicht no. [76], r. 14). |
37 |
Gods vrees: De vreze des Heren (hebbe hij) |
|
voor al: bovenal |
|
gemetst: ‘gemesteld’ (wnt ix, 638, deze plaats), gegrift |