toelichting |
Op Six' verzoek samen naar Engeland te reizen (gedicht no. [406]) antwoordde Grenier met een brief, afgesloten met het hier behandelde gedichtje. Six nam alleen het afsluitende gedichtje in zijn bundel op (op p. 534), de waarschijnlijk in proza gestelde brief liet hij weg. |
|
annotatie |
|
|
titel |
toemaate: Bijvoegsel, Postscriptum |
1 |
Reisbroer: Grenier neemt hiermee Six' aanduiding over (vgl. gedicht no. [406]) |
|
schuldight niet myn trouwe: val mijn vriendentrouw niet aan |
2 |
trouwens: immers |
|
trouwlik: trouw als zij was, even trouw (met trouwe, trouwens en trouwlik maakt Grenier een toespeling op de reden van zijn weigering: zijn huwelijk) |
3-4 |
met ... vaaren?: ook hier neemt Grenier Six' woorden over, vgl. gedicht no. [406], r. 133-135. |
4 |
Heet: Betekent |
5 |
wilt ghe niet mee gaan: dwz. al wilt u niet zoals ik in het huwelijk treden (met een Engel paaren). Six had immers besloten ongehuwd te blijven. |
6 |
Komt: Kom hierheen, dwz. naar Zeeland |
|
myn reis: mijn ‘reis naar Engeland’, mijn huwelijk |
|
maar: alleen maar |
7 |
Licht of [...] was: Te meer omdat u kunt aannemen, dat ... is |
|
een Engel: Grenier bedoelt zijn aanstaande vrouw |
8 |
mee: ook |