|
twee samen uitgegeven hekeldichten, waarin hij op Wittewrongel toespeelt in de regel: ‘Een zeeslang, wit van tong, zich wrong [...]’ (Uitvaert van Orfeus en Speelstrijt van Apollo en Pan, wb Vondel v, p. 793-806). Het zal echter niet deze uitgave zijn, waarop Six in zijn gedicht reageert. Het blaamrym was immers een naamloos stuk (r. 30), terwijl Vondels beide hekeldichten voluit ondertekend zijn. Tegen welk gedicht Six wel in opstand is gekomen, kan ik niet zeggen. Zijn gedicht staat op p. 503-504 van zijn bundel. |
|
annotatie |
|
|
2-3 |
oogen [...] Gelyk twee appels: oogappels |
4 |
dat licht: dwz. een van die ogen |
6 |
beiden: zowel magistraat als kerkeraad |
7-8 |
Onaangesien ... reên: Zonder te letten op de waardigheden van deze twee, die de macht hebben te straffen met de tuchtroede en met woorden |
9 |
Sociniaan: ‘aanhanger van een schandelijk geloof’. De Socinianen huldigden ketterse opvattingen. Zo ontkenden zij het bestaan van de Drieëenheid. Na r. 23 licht Six zijn twijfel over 's dichters rechtzinnigheid toe. |
11 |
ontsach: gezag, prestige |
|
stoutlik: overmoedig |
12 |
het linkeroogh: nl. het linkeroog van de staat (r. 2): de kerkeraad |
13 |
Wyl: Omdat |
|
den stoel: de preekstoel |
14 |
Na schrifts gewys: Naar het aanwijzen van de bijbel, Op grond van bijbelplaatsen |
15 |
in Amstels wyk: in Amsterdam |
16 |
Te dempen raadt: Aanraadt dicht te storten (vgl. poel) |
17 |
Zoo: expletief, vat Wyl (r. 13) op |
18-22 |
van ... altemet: van hetzelfde soort, dat men zo nu en dan moet korthouden en wegsnijden, als de twintig nagels aan het lijf en de haren op het hoofd zijn, die men van tijd tot tijd moet inkorten en afknippen om het lichaam rein te houden |
23 |
vileine snaatrer: valse praatjesmaker |
24 |
Hervormlingh: Lid van de gereformeerde kerk |
|
vaste reên: goede grond |
27 |
des kerkenraads: dwz. van het linkeroog van de staat (vgl. r. 2 en r. 12) |
28 |
smert: (ook) zeer doet |
29 |
al den druk: de hele oplage |
35 |
Geduurend 't schouwlik schouwtooneel: Zolang de afschuwelijke schouwburg duurt (vgl. wnt xiv, 964, deze plaats) |
36 |
die stichtelyke keel: nl. Wittewrongel |
38 |
dat godloos top: die opperste goddeloosheid, nl. de schouwburg |