toelichting |
Op Six' vleiende gedicht Voorwind antwoordde Hulft dat Six een ware dichter was en daarom ook onwaarheden over hem had verkondigd, want ‘dichters zijn leugenaars’. Six antwoordt dat hij helemaal geen dichter is... Dit gedicht staat op p. 483-484 van zijn bundel. |
|
annotatie |
|
|
2 |
wierd besteedt: zou worden gegeven |
3 |
Zoo praamde: Dan zou het ... zeer doen |
7 |
slecht, en recht: eenvoudig (niet verheven) en oprecht |
8 |
opgesegt: aan u gericht(?) |
12 |
deftigh: edel |
13 |
onder een versierden vond: dwz. met een verzinsel als middel |
14 |
Vermaaklik sticht: Op plezierige wijze onderricht (het bekende ideaal van het ‘utile dulci’) |
|
op waaren grond: Six neemt hier de dichters dus in bescherming: in de grond van de zaak spreken zij, al gebeurt het met verzinsels, de waarheid. |
17-19 |
Zoo ... om: Daartoe opgewekt door zowel uw vroegere vraag aan mij, of ik geen rijmpje had gemaakt, als door ... en door dat laatste in het bijzonder |
19-20 |
't eerampt ... beloont: de eervolle functie, waarop u de kroon bent en die u beloont door u te kronen (Hulft is de kroon op het ambt en het ambt verschaft hem roem) |
22 |
hoe 't geschiedt: hoe het bedoeld is |
23 |
Dat: Dat hart |
|
luk: voorspoed |
24 |
voorwind: vgl. het voorgaande gedicht. |