[372] Aan K.I. (p. 637)
toelichting |
Het gedicht zal zijn gericht aan Six' grootmoeder Catharina Jeheu, die in 1652 80 jaar oud werd en in datzelfde jaar overleed. Zij woonde in de Diemermeerpolder, in het later door Six bewoonde buitentje ‘Ceulen’ aan het Vyverpad. Dit gedicht staat op p. 480 van Six' Poësy. |
|
annotatie |
|
|
1 |
Wat: Waarom |
2 |
of zal: zal soms |
|
dit aarde werk: dwz. deze tuingrond met behuizing (ook in de zin van: deze aardse, vergankelijke aanleg?) |
3 |
Uw graf en kerkhof: nl. in de vorm van de behuizing (als een tombe) en de tuin |
4 |
denk: houdt voor ogen |
|
naa 't heemelsch huis, en paradys te vaaren: dat u naar de hemelse behuizing en de paradijselijke tuin van de hemel zult gaan |
|
|