| |
[364] Voorspel van vreede, [...] (p. 622)
toelichting |
De in dit gedicht bezongen Amsterdamse burgemeesters werden in februari 1654 benoemd. De vrede van Westminster werd eerst op 5 april getekend, maar was kennelijk al aangekondigd. De in dit gedicht aan de orde gestelde tulpomanie komt ook ter sprake in Six' gedicht no. [163]. Het hier behandelde gedicht staat op p. 468-471 van Six' bundel. |
|
annotatie |
|
|
titel |
voorspel: Feestelijke proloog die de komende gebeurtenissen aankondigt |
|
Frans ... Tulp: Frans Banningh Cocq (1605-1655, burgemeester in 1650, 51, 53 en 54), Cornelis Bicker, Heer van Zwieten (1592-1654, burgemeester in 1646, 50 en 54), Joan Huydecoper, Heer van Maarseveen (1599-1661, burgemeester in 1651, 54, 55, 57, 59 en 60) en Nicolaes Tulp (1593-1674, invloedrijk medicus, schepen vanaf 1622 en burgemeester in 1654, 56, 66 en 71) (Elias, Vroedschap i, p. 175, p. 348, p. 384 en p. 406) |
1-3 |
't zy [...] 't Zy: of het nu zo zou zijn dat ... of dat ... |
1-2 |
Lemus, soon Van Dibbald, op der Vriesen throon: Lem, de zoon van de Friese koning Dibbaldus, die in 506 Haarlem gesticht zou hebben. De etymologie van Haarlem zou dan ook teruggaan op ‘Heer Lem’ (Schrevelius, 1648, p. 2). |
3 |
lemmer: zwaard |
3-4 |
den brand Van heilge krygh: de vurige strijd tijdens de kruistocht naar Damiate, waaraan Haarlemmers hebben deelgenomen (1219) |
4 |
in 't schild, geplant: na hun overwinning bij Damiate ‘heeft de Keizer met name de Barbarossa [...] de Haerlemsche Bataviers een Schildt geschoncken, met het Wapen tot een eeuwighe ghedachtenis van de tocht nae Damiaten: Een bloote Deghen, met vier Sterren in 't vierkant: boven dien heeft den Patriarch van Ierusalem tot bewijs van gunst ende zeghen, daer boven gheset een wit Cruys’ (Schrevelius, 1648, p. 41). |
5 |
Gesticht heb: Heeft gevormd. De hier veronderstelde naamvorming van Haarlem uit eer [...] lemmer heb ik niet elders aangetroffen. |
6 |
de faam: de Fama, de roemgodin |
7 |
Van Flora: Over de bloemgodin Flora. Haarlem was het centrum van de beruchte tulpenbollenhandel van de jaren 1636-1637. |
8 |
Hoe dat: Hoezeer |
|
wies: groeide en bloeide |
9 |
stof: bodemstof |
| |
| |
10-12 |
Dan [...] een wilden tuin: Dan uit een woest stuk grond (in ... In ... en op ...) |
13 |
Dry moeders: dwz. Drie gebieden van herkomst. De wilde tulp was inheems in landen aan de Middellandse Zee, met name in Turkije (Krelage, 1942, p. 16-19). |
|
die bloemgodin: die godin van een bloem |
14 |
Spaaren: Spaarnestad |
|
haal dat seil wat in: strijk dat zeil een beetje, dwz. wees een beetje minder trots op die zaken |
15 |
't windigh top: de winderige mast (de ‘mars’, wnt xvii, i, 1396) |
17 |
poffen: trots zijn |
19 |
Met toorens glinstert van Cibeel: Glanst met de torens uit de kroon van Cybele, de moederaardegodin die gekroond gaat met een kroon van stadstorens (de zgn. ‘Cybele turrita’) |
20 |
leeuwen, uit haar waagenseel: met leeuwen uit haar wagenspan. Cybele werd gedacht zich te verplaatsen in een door leeuwen getrokken wagen. De Amsterdamse leeuwen zijn die aan weerszijden van het stedelijk wapenschild. |
21 |
om de Keiserlyke kroon: vanwege de keizerskroon boven haar wapen |
22 |
Toen: dwz. Die de stad heeft verworven in de tijd dat |
23 |
Geveilight had, van roovery: Van zeerovers gevrijwaard had. In 1488 verwierf Amsterdam van keizer Maximiliaan het recht de keizerskroon boven zijn wapen te plaatsen. De keizer verleende dat recht uit dank voor de ondersteuning die Amsterdam hem in zijn strijd tegen de binnenvallende Vlaamse zeerovers had geboden (Dapper, 1663, p. 129-130). |
24 |
In welken: In welk opzicht, Waardoor |
|
voor by: boven |
25 |
U streeven: Uw streven, nl. uw inzet bij Damiate. De Haarlemse successen bij Damiate waren immers niet van lange duur: de Islamieten heroverden de stad korte tijd later. |
|
maar om: maar laat Amsterdam trots zijn op |
26 |
u afwon: van u afnam door u voorbij te streven |
27 |
Niet van een reukeloose tulp: Die niet die van een geurloze tulp is |
28 |
Maar die: Maar van een tulp die |
|
fulp: fluweel (wnt iii, iii, 4706, deze plaats) |
29 |
In bloem geweest: Al in bloei hebbende gestaan |
30 |
opgegaan: opengegaan |
31 |
Zoo bloeit verandert: Nog zoveel schoner in bloei is geraakt |
doof: dof |
33 |
Alzoo niet: Dat is niet waarl |
35 |
uitgebluscht: moet ... uitgeblust zijn |
36 |
immermeer August: Semper Augustus, een zeer vermaarde bolvariëteit die een tulp met regelmatige rode strepen op witte bloembladeren opleverde. Tijdens de windhandel in 1636-1637 deed een dergelijke bol van ongeveer tien gram ƒ 4600,- contant, naast een aanvullende vergoeding in natura die bestond uit een nieuwe karos met twee appelschimmels (Krelage, 1942, p. 32 en p. 65). |
37-38 |
In ... Hannibaals: Six lijkt hier eerder te refereren aan het soort namen dan aan werkelijk bestaande namen. Variëteiten met een naam waarin ‘Admiraal’ voorkomt waren er in overvloed en er bestond ook een |
| |
| |
|
‘Scipio’, een ‘Scipio Africanus’ en een ‘Generael Scipio van Victor of Scipio Augustus’. Naast de variëteiten ‘Saeyblom van Coningh’ en ‘Le Roy’ kon ik echter geen andere vermelding van Kooningen vinden in Krelages uitputtende ‘Alphabetische lijst der tijdens den windhandel bekende tulpenverscheidenheden’, of Six moet het oog hebben gehad op namen als ‘Julius Caesar’, ‘Alexander Magnus’, ‘Dauphin (Dolphin) de France’ e.d. De naam ‘Hannibal’ ontbreekt in de lijst geheel (Krelage, 1942, p. 126-141). |
40 |
stof: nl. het stof dat nog restte van de Ouden waarnaar de bloemen zijn genoemd |
41 |
Dat slechts April, aan 't baaren, raak: Laat het alleen zo zijn dat april aan het baren, het tevoorschijnbrengen, slaat |
42 |
myn aards vermaak: bepaling bij 't tulpenbed |
44 |
schaaltjes: weegschaaltjes |
45 |
aasjes: de aas (ongeveer 0,05 gram) was de vaste gewichtsmaat bij de bollenhandel. Oorspronkelijk werd deze eenheid in de goudhandel gebruikt (Krelage, 1942, p. 47). |
45-46 |
eene eenelingh, Uit Kleopatres oorenringh: een unieke parel uit de ene oorbel van Cleopatra. Zij had namelijk de parel uit haar andere oorbel voor de ogen van Antonius in een glas azijn laten wegsmelten en dat leeggedronken om hem te bewijzen dat zij wel degelijk in staat was tien miljoen sestertii aan één maaltijd uit te geven (Plinius, Naturalis historia ix, lviii, 119-121). |
47 |
Schakeert eens: Schik maar eens (een uitdaging van de Tulpenier aan Amsterdam) |
48 |
Verdoovende juweelen glans: Die de glans van juwelen dof doet lijken |
51 |
viel langh: is reeds lang ... vervallen |
52 |
Daar: Terwijl |
|
myne wysheits: mijn bloem vol wijsheid |
53 |
sprokkel: februari. In februari werd Tulp het burgemeesterschap opgedragen (vgl. ook het contrast met April, r. 41). |
53-54 |
langh ses En dartigh: die al lang ‘zesendertig’, dwz. vroedschap is geweest. De vroedschap van Amsterdam bestond uit zesendertig vroedschappen (Elias, Vroedschap i, p. xii; vgl. de annotatie bij de titel, hierboven). |
54-55 |
en [...] En: en zowel ... Als |
54 |
Hippokrates: dwz. kundig arts |
56 |
't spyt den haat: al moge het de afgunstigen spijten |
58 |
nu: nl. in februari 1654 |
|
aangebeên: aanbeden (nl. Als Burgemeester, r. 56) |
59 |
aller bloemen puik: die het best van alle bloemen zijn |
60-61 |
myn steeparruik, Van goud: de gouden haardos van mijn stad |
62-63 |
schooner cier Aantooijen: met een nog fraaier versiering opluisteren |
64 |
Hun blaân, van geuren duisendschoon: Namelijk met een versiering van hun bloembladeren, die wat betreft hun geuren duizendschoonblaadjes zijn, dwz. bloemblaadjes van de bekende zoetgeurende sierplant. |
|
Geur betekent ook ‘faam’. |
65 |
In schaaduw: dwz. Onder de bescherming |
66 |
Vier deughden, hoofden van de deughd: een allusie op de vier ‘kardinale deugden’ prudentia, justitia, temperantia en fortitudo |
| |
| |
67 |
Zoo: expletief: in die schaaduw |
|
scheppe: kan zich ... verwerven |
67-68 |
reeds hoogh geklommen, Tot ouderdom: hoewel het reeds tot een hoge ouderdom gekomen is |
68 |
een aarends jeughd: een nieuwe jeugd als van een arend (vgl. Psalm 103:5) |
69 |
Dees vroege lente: dwz. Dit viertal in de vroege lente benoemde burgemeesters (vgl. r. 53) |
|
leen haar banden: kan het hoofd bieden (vgl. wnt viii, i, 1278) |
72 |
van staat, en eer: voortgekomen uit hun eervolle positie in de stedelijke regering |
73 |
Amstels paalen: het rechtsgebied van Amsterdam |
74 |
peis: vrede |
75 |
Al: In volmaakte vorm |
|
der Englen throon: de troon der engelen, de hemel (ook in de zin van: de Engelse troon?) |
|
aan 't dalen: die ... aan het neerdalen is |
76 |
Vol gloors: Vol van glorie |
|
na 't steigrend Raads palleis: naar het omhoogrijzende paleis voor de Raad, het nieuwe stadhuis in aanbouw (eventueel in een woordspel met ‘steigers’) |
77 |
sy: nl. de peis |
|
|