toelichting |
Het gedicht staat op p. 465 van Six' Poësy. |
|
annotatie |
|
|
titel |
Jan Klaasse de Dood: over deze De Dood is mij niets naders bekendgeworden. Frederiks, 1883, p. 251 stelt hem ten onrechte gelijk met de elders door Six genoemde smid Jan Jansen de Dood (gedicht no. [385]). |
2 |
durven: kunnen |
3 |
seedert: sedertdien (na het bekendworden van zijn overlijden) |
3-4 |
syn flitsen sweeven, En veelen doon: de pijlen van de dood vliegen en velen dodelijk treffen |
4 |
Zoo is by dan in 't leeven?: Leeft hij dan dus toch nog? |
5 |
't lykbeeceeltjen: de schriftelijke kennisgeving van het overlijden en uitnodiging voor de begrafenis |
7 |
duisenden van erven: duizenden erfgenamen (die nl. van hem hun sterven zullen erven) |
9 |
laat: laat ... achter |
|
niet veelen: Jan Klaasse de Dood had dus weinig of geen erfgenamen. |
|
correctie |
Op p. 467 van de bundel van 1657 staat in r. 1 van dit gedicht gestorven. In de lijst met Drukfeilen achterin de bundel is dit gewijzigd in gesturven. |