toelichting |
In februari 1654 werd Six' verwante Joanna Dilman, de echtgenote van Six' ‘neef’ en vriend Simon Dilman, een Amsterdamse arts, 45 jaar oud. Six schreef dit gedicht op haar verjaardag. Het staat op p. 434-435 van zijn bundel. |
|
annotatie |
|
|
1 |
luk hebbe: geluk gewenst met |
2 |
spelt: laat aflezen |
3-4 |
Na ... baaren: Nadat het vierenvijftigste, bij zestienhonderd (al) getelde jaren, zijn intrede is gaan doen. De verjaardag viel in februari 1654. |
6 |
Gewoonlik: Zoals dat gewoon is |
7 |
sprokkel: maand februari |
|
stuur: schraal |
8 |
weigert: biedt geen |
9 |
waaren hoep vercieren: èchte bloemkrans schikken (vgl. wnt vi, 812, deze plaats) |
11 |
anglier: anjelier |
12 |
Adoonis bloem: anemoon (de bloem die rood werd door Adonis' bloed, vgl. Ovidius, Met. x, 739) |
13 |
een schildery te snoeren: het beeld op te roepen van een samengebonden hoeveelheid |
14 |
frisen: krullen (wnt iii, iii, 4689-4690 kent het woord slechts van een plaats bij Stalpert van der Wiele) |
15 |
om een staak: rond een (levenloze) pilaar, zuil. Six denkt kennelijk aan een Corinthische zuil, bekroond met een kapiteel van acanthusbladeren. |
16 |
Dan beelden, die de reeden voeren: Dan rond (het hoofd) van ‘redelijke beelden’ (dwz. mensen) |
17 |
den toorenklimop: ‘de klimop die tegen de toren opklimt’. Klimop is zinnebeeld van de onsterfelijkheid. De klimopkrans werd aan dichters van onsterfelijke poëzie geschonken (vgl. wnt vii, ii, 4071 en Horatius' Ode i, i, 29). |
19 |
de vluchster: ‘de zich koesterende’ (vgl. wnt xxi, 2531-2532 en Kiliaan, 1599: vlugghen in de sonne, voor: zich in de zon koesteren)? Bedoelt Six een heel vroeg in het jaar opschietend gewas als krokus, sneeuwklokje of narcis? Ik heb de naam niet elders kunnen terugvinden. |
21 |
die kleine lauwerblaaden: de blaadjes van de klimop en van het bedoelde voorjaarsplantje als lauwerkrans gevlochten |
22 |
van Delos Goôn: nl. door (de op Delos geboren) Apollo en de muzen. Het beeld van de kransuitreiking aan een op de Helikon dromende |