annotatie |
|
|
2 |
Uw kusjes boet, en nimmer boet: Uw lust tot zoenen bevredigt en (toch) nooit bevredigt |
3 |
uw lief Neeer: uw geliefde Neaera (de geliefde in de Basia) |
4 |
Half weigrigh, half na uw begeer: Die half weigerachtig is en half tegemoet komt aan uw verlangen |
6 |
Rooselaar: ‘Roosje’, nl. Roselle (de geliefde in Six' erotische poëzie) |
7 |
Omhelst [...] op heur steel: In omhelzing rond haar steel (metaforisch voor: haar hals)? |
8 |
kittelde: ‘kietelde’, heerlijk aandeed |
|
uw penceel: dwz. uw beeldende pen |
9-10 |
Niet ... in: Nee, niet zo smaaklik als uw pen mij roerde, maar als uw minnekozen, dat mijn lezende oog binnendrong, mij roerde. In Six' ogen was Secundus' poëzie dus nog meer dan dichtwerk: het was tot minnekozen geworden. |
12 |
Om kusjes vlocht een mirtekroon: Kusjes met gevlochten mirteblad omkranste. De mirt is Venus gewijd. |
13 |
Dat Romes eige tongh het speet: Zodat ‘Rome's eigen dichter’ jaloers werd. Six zal doelen op Catullus, die ook kusgedichten heeft geschreven, maar niet tot een reeks als de Basia is gekomen. |
14 |
komt: komt het |
|
de tweede: nl. Secundus. Secundus heette overigens zo, omdat hij in zijn eigen familie de tweede Janus was. |