5-6 |
wel ... Gaf: die (toen nog) uit de vleugel van een gans afkomstig was, wijdde aan u vroeger ... De gans is hier het beeld van de onvolmaakte dichter, naast de zwaan (vgl. r. 9) van het verhevener dichterschap (vgl. voor dit beeld: Vergilius, Ecloga ix, 35-36). |
6-7 |
sonder teugels Van reederykheit: onbeteugeld door de retorica |
10 |
met zulken ceder: dwz. met een blijvend siersel, zoals een zwanepen oplevert. Een dergelijke pen schrijft immers carmina linenda cedro, onsterfelijke zangen (Horatius, Ars poetica, 331-332). |
11 |
om: vastgemaakt aan |
12 |
's paapegaais: de papegaaieveer (uit de vergelijking blijkt Six' ironie) |
13 |
Schoon of: ‘Het mag dan zijn, dat’ |
15 |
schildert, uit vermaak, verlet: weergeeft terwijl ze zich, in plezierig tijdverdrijf, bezighouden |
17 |
Wie was een held, als [...] Zoo groot: dwz. Is er een groter held, dan |
|
d'eerste Kriste: nl. Petrus |
20 |
Alleen niet, maar de menschen mee: Niet alleen, maar ook de mensen (Mattheüs 4:18-19) |
22 |
veel heeren: vele machthebbers |
23 |
landstaf: scepter |
24 |
Bestiert: Die gedragen wordt |
25-26 |
als 't suijen De Son verkoelt: als de zuidenwind de zon (nog) verkoelt. De zuidenwind, Notus of Auster, gezien als de brenger van nevel. |
26 |
kruijen: voortstuwen |
27 |
dat uw palm vereelt: hetgeen u eelt in de handen geeft |
28 |
Soekt spiegelnat, dat biesen teelt: Zoekt spiegelende visvijvers op, waarin biezen groeien |
29 |
't: nl. het schuitjen |
|
gestaakte: als een staak in de bodem geplante |
31 |
't boekje: het haakje |
32 |
garner: garnaal (wnt iv, 300, deze plaats) |
|
op verraân: dwz. om een visje te verschalken |
33 |
Tokt: Raakt ... het aas aan, waardoor de dobber beweegt (wnt xvii, i, 922, deze plaats) |
|
derft: durft |
34 |
beklappen: verraden |
35 |
Verdobberen: ‘Dobberend van plaats veranderen’ (wnt xix, 1267, deze plaats, hapax) |
|
gaan, naa grond: naar de bodem verdwijnen |
37 |
Schoon: Ofschoon, Hoewel |
38 |
dwarsen: tegenstribbelende |
|
om leegh: omlaag, de diepte in |
39 |
riet: hengelriet |
40 |
in 't kaar: in de viskorf (wnt vii, i, 666, deze plaats) |
|
met vliet: met toewijding (‘vlijt’, wnt xxi, 2112) |
41 |
Zoo braadt ghy: Zo verbrandt u ... in de zon |
42 |
taan: gele verfstof (wnt xvi, 673, deze plaats) |
43 |
Had niemand kennis van te voor: Als iemand geen voorkennis (van u) had |
48 |
niet een bit: niemendal |
49 |
Uw [...] hoopen: Uw verdienste ... af te kunnen wachten |