toelichting |
In oktober 1652 overleed Catharina Jeheu, weduwe van Joost Juliens en grootmoeder van Six. Dit overlijdensbericht zond Six aan zijn verre familielid Joannes Hoornbeek (1617-1666), professor in Utrecht (vgl. ook gedicht no. [284]) en nodigde hem uit voor de begrafenis. Het gedicht staat op p. 407-408 van zijn bundel. |
|
annotatie |
|
|
2 |
beddeleeger: ziekbed (wnt ii, i, 1200 kent bedleger alleen als ‘het te bed liggen’, vgl. ook ‘bedlegerig’) |
3 |
't weesen: de verschijningsvorm, de gedaante |
5 |
's werlds omreis: na haar levenswandel (in de metaforiek gezien als een vaart over de wereld) |
7 |
loste: ‘laadde ... uit’ |
|
Gods palleis: de hemel, als een rijk pakhuis |
8 |
slaaven: zwoegen |
9 |
liet: liet ... achter |
|
romp: nl. ‘scheepromp’ |
|
doorboort: ‘waarin gaten waren gevallen’, metaforisch voor: aangetast |
10 |
van: door |
11 |
om te sloopen voort: om verder gesloopt te worden |
12 |
van de grafaltaaren: in het graf, dat daarbij als een offeraltaar was |
13 |
de berden: de ‘planken’, dwz. de kist (mogelijk nog in een aansluiting bij de scheepsmetaforiek) |
|
kleên: haar aardse kleding, haar lichaam |
14 |
vrydagh: nl. op vrijdag 18 oktober 1652 (vgl. Frederiks, 1883, p. 235) |
|
de kerk van 't Suijen: de Zuiderkerk in Amsterdam |
15 |
den God der Zeen: God, Die heerst over de levenszeeën |
17 |
op deese staaci: bij deze plechtigheid, of: in deze rouwstoet |
18 |
Werd, van barmhartigheit, gekroont: Zal de kroon verwerven barmhartig te zijn. Het begraven van de doden is een van de zeven werken van. barmhartigheid (vgl. Tobit 1:17). |