toelichting |
Six volgt in dit gedicht de traditionele redenering: een schilderstuk kan de herinnering aan het geschilderde lange tijd levendig houden, maar zal uiteindelijk ook zelf vergaan. De dichtkunst, zelf niet stoffelijk, kan het bezongene de eeuwen doen trotseren. De laatste regel van het gedicht geeft echter een onverwachte afloop aan het betoog (vgl. Schenkeveld-van der Dussen, 1983 a, p. 300). Het gedicht staat op p. 404 van Six' Poësy. |
|
annotatie |
|
|
titel |
kontrefeitsel: portret |
1 |
volgh den vluggen tyd: achterhale de voorbijsnellende tijd (dwz. doe de vlugge tijd stilstaan) |
2 |
wyl: als |
|
doorbyt: doorknaagt, uiteen doet vallen |
3 |
Zoo spaar hy: Beware, Bestendige hij |
4 |
Als Bandringeens penceelbedryf: Zoals het schilderwerk van Baudringien dat doet. David Baudringien (1580 of 1581-1650) was een Amsterdams portretschilder over wiens leven en werk maar weinig gegevens bekend zijn. Hij schilderde behalve portretten van rijke kooplieden ook die van beroemdheden als Barlaeus en Le Blon. Six' spelling van zijn naam werd ook gebruikt door Vondel (wb Vondel iv, p. 587). Alle mij bekende bijzonderheden over Baudringien zijn verzameld in de korte monografie van Bredius en Moes, 1908. Zijn portret van Six' vader lijkt verloren te zijn gegaan. |
5 |
hoofd: nl. gezicht |
8-9 |
Dies ... er: Wie zal er immers zijn, die, als het doek om die reden (vgl. r. 7) van kleur verschiet, ... zal naschilderen |
9 |
met gelyk verstand: met even grote bekwaamheid |
10 |
onverbastert: zonder afbreuk te doen aan het origineel, zonder bij Baudringien ten achter te blijven |
|
deese hand: dit kunstwerk |
12-13 |
met een geestigh vier Van dichtery: in een vurige dichterlijke geestdrift (een ‘furor poeticus’) |