19 |
rispenbek: rupsebek (wnt xiii, 584, deze plaats) |
|
wist: zou slechts in staat zijn geweest |
|
ydel rach: dun weefsel (als dat van de cocon van een rups) |
20 |
om: voor |
23 |
die luimen: die aardige neigingen, buien |
24 |
kittlen: kriebelen |
25 |
nooit stil van loopen: die nooit stilstaat |
26 |
heb se [...] by 't haair: heb ... grip op haar, heb haar ... in de vingers |
|
se: haar, nl. de tijd |
27 |
Myn reisen: dwz. de handelsreizen die Six in 1649-1651 had gemaakt |
28 |
koopmans pennen: dwz. boekhouden en ander kantoorwerk |
30 |
pluim: veren pen |
31 |
in de swarte gal: dwz. in de inkt die geschikt is voor een hekeldicht |
32 |
Gestiert van: Bestuurd door (sluit aan bij de rymers pluim) |
|
voorseghschen: voorspellende |
33 |
seeven waagens: dwz. de instabiele basis van het land van zeven Staten |
35 |
stuurlui: dwz. leden van de regering, de Staten Generaal |
40 |
van het kryghsgebrek: vanwege het ontbreken van oorlog, de toestand van vrede. Dit kryghsgebrek, dat volgens Six slechts in naam bestond (vgl. de volgende regels) zou de stuurlui slechts dienen als voorwendsel om tot bezuinigingen in de defensie-uitgaven te kunnen overgaan, hetgeen Six in r. 36-40 suggereert (vgl. ook r. 57-58). |
41-42 |
schaade, Door 't valsche Portugal gedaan: dwz. de strijd met de Portugezen in de West (in Brazilië) |
43 |
van den Vrank: nl. van de Franse kapers die een voortdurende bedreiging voor de Hollandse schepen vormden |
|
ongenaade: ellende |
44 |
teegenstaan: verweer, verdediging |
45-46 |
Lowisen, en Krusaaten, En [...] meenigh goud pistool: Louis d'ors, en Crusaten, En ... menige gouden Pistolet, respectievelijk Franse, Portugese en Spaanse munten, door Six in woordspel gebruikt als benamingen van wapentuig. ‘Schieten’ betekent ook ‘uitbetalen’ (wnt xiv, 575). |
48 |
school: schuilging |
50 |
de vreedeson verscheen: de zon van de vrede van Munster (1648) opkwam |
53 |
wolf: dwz. Spanje |
|
syn kooi: dwz. de Nederlanden |
54 |
staart: dwz. macht (vgl. ‘iemand de staart korten’: zijn macht fnuiken, wnt xv, 172) |
|
ontjaaght: ontrukt (wnt x, 1877) |
55 |
Ons lichaam: dwz. Onze staat |
57 |
Langs zulken kleed: Onder zo'n dekmantel |
|
de kroonen: de regerende vorsten van andere staten |
58 |
de wiek gekort: dwz. van militaire armslag beroofd (vgl. r. 36-40) |
61 |
schaapen: dwz. rijke middelen van bestaan. Engeland gold als het wolland bij uitstek. |
64 |
vast: gestaag |
65 |
fielen: ploerten. Blijkens het meervoud zal deze aanduiding slaan op de eerder genoemde stuurlui (r. 35). |
67 |
hy: nl. de Londenaar |
|
kielen: schepen |