toelichting |
Op verzoek van zijn vriend Spranger (vgl. de Toelichting bij gedicht no. [135]) schreef Six een gedicht bij een zinnebeeld, kennelijk een bundel pijlen met een olijftak of olijfkrans erboven, dat was aangebracht op een zilveren uitrustingsstuk van een tamboer der stedelijke militie. Misschien had Spranger een functie in de schutterij. Het gedichtje staat op p. 367 van Six' Poësy. |
|
annotatie |
|
|
1-2 |
op d'eendracht, met de pylen, Verlieft: die bekoord was door het eendrachtig verband van de pijlen |
2 |
het Heemelsch dak: ‘de hoge hemel’ |
3 |
In duiverschyn: In de gedaante van een duif |
|
olitak: olijftak |
4 |
Zoo rust het land, op seeven stylen: dwz. Evenzo rust ons vredesland (vgl. het olijftakje) op zeven steunen (de Staten) |