7 |
wel gepuurt: terdege gepurificeerd, gereinigd |
10 |
Dat Noordens myn verloos: dwz. Dat uit de mijnen van Skandinavië is gewonnen |
11 |
Zoo: Dan (nl. als dan de schaarsheid de doorslag geeft) |
|
de Kuskonees: de bewoner van de streek rond Cuzco in Peru, het centrum van het Inca-rijk |
|
gebuur der Andes: ‘bewoner van de Andes’ |
12 |
ploegend staal: staal voor ploegijzers. Goud was er in Peru in overvloed, maar ijzer was er zo schaars, dat men het vanuit Spanje en China moest importeren (De Acosta, 1598, fol. 134 verso). |
13 |
Al eer ... ontdekte: Voordat de Spaanse ontdekking (van de goudmijnen), die met bloedvergieten gepaard ging, West-Indië ontsloot |
14-15 |
om dat ... verstrekte: omdat de macht van het geld geldt als achtbaarheid voor wie het heeft |
16 |
Altoos: Hoe het ook zij (wnt ii, i, 308) |
17 |
geneesery: de geneeskunde, de ‘medische wereld’ |
|
om 't leeven aan te fokken: dwz. dat het de kracht heeft om leven op te wekken. Een brei van fijnverdeeld goud werd door sommige medici beschouwd als een levenrekkend geneesmiddel. Het middel was omstreden (vgl. gedicht no. [102], r. 55). |
18 |
Karibis land: dwz. de Caraïbische eilanden, de Kleine Antillen |
19 |
Een land, als Adams eeuw: dwz. Een land, dat leeft in dezelfde gelukzalige omstandigheden als er waren in de tijd van Adam |
20 |
maar wat men plant: maar op verbouwde gewassen |
21 |
ontsoogen, van: gezogen uit |
|
de borst der helsche borsten: de borst der helleboezems |
22 |
sucht: begeerte |
23 |
hoese meerder drinkt: hoe meer vocht zij opneemt (Arens, 1961, p. 125 wijst bij deze regels op de overeenkomst met Horatius' Ode ii, ii, 13-16) |
24 |
teegen tucht: dwz. tegen alle normen in |
25 |
De bloedgraage ecchel: De op bloed beluste bloedzuiger (wnt iii, ii, 3757, deze plaats). Arens, 1961, p. 125 wijst bij dit beeld op de overeenkomst met Horatius' Ars poetica, 476. |
26 |
slindt een hoopen bloed: zwelgt een grote hoeveelheid bloed in (hoopen: eigenlijk meervoud, wnt vi, 1067) |
27 |
met: op het moment dat |
29 |
Ghy vrekke tooveres: Gij vrekkige tovenares echter, dwz. Gij, goudzucht, daarentegen (vgl. r. 2). Blijkens het vervolg doet de goudzucht zich hier voor in de gestalte van het geldzuchtige Spanje. |
29-30 |
en hoopt, en schraapt [...] vol van: stapelt en schraapt ... vol met |
29 |
de kassen: de kasten |
31 |
volwassen: geheel vol |
32 |
een seevigh vat: een als een zeef zo lek vat |
33 |
de schyven: de (gouden) munten |
34 |
schieter: het zilvervisje (wnt xiv, 594, deze plaats) |
35 |
't onbescheenen doek: de (kostbare) stoffen die in het donker worden bewaard (nl. in de kassen, r. 29). Het bekende zilvervisje is immers lichtschuw en de mot is een nachtvlindertje. |
|
de rotte knaaght de lyven: de rat knaagt aan de lijken (hier voorgesteld als |