[255] Schenk van Italjaanen, aan een Hooghduitschaard (p. 434)
toelichting |
Het gedicht zal slaan op een situatie in Italië, waar Six in 1650 en 1651 geweest is. Het staat op p. 329 van zijn Poësy. |
|
annotatie |
|
|
titel |
schenk: Geschenk (wnt xiv, 430, deze plaats), met het woordspel dat deze schenk ook een ‘Inschenking’ is. |
|
hooghduitschaard: Duitser |
1 |
Dees Duitschaard: Deze Duitser (wnt iii, ii, 3612, deze plaats: ‘In dit gebruik eenmaal aangetroffen’), mogelijk met de bijbedoeling dat de bedoelde Duitser ook een Duitse aard had. De Duitsers hadden in Six' tijd een reputatie van onmatigheid en drankzucht (vgl. Frank-van Westrienen, 1983, p. 54). |
2 |
stoft: gaat er prat op, dat |
3 |
ongesmeert: niet met een kleur- of smaakstof behandeld (wnt xiv, 2130) |
4 |
Van: Door |
|
vereert: aangeboden, voorgezet |
6 |
een pasquil: een smalende bespotting (wnt xii, i, 641). Waarschijnlijk legt Six een verband tussen het woord paskwil (‘schotschrift’) en het woord fles. Pasquillo of Pasquino is de naam van een in 1501 in Rome opgegraven beeld, dat men gebruikte om er schimpdichten aan te plakken. Het beeld was geplaatst voor het paleis van kardinaal Caraffa en Six brengt diens naam mogelijk in verband met die van een buikige wijnfles, een ‘karaf’ (vgl. wnt xii, i, 639). Hoe Six zich het verband tussen fles en paskwil nu precies voorstelt, kan ik echter niet nader toelichten. |
|
|