15 |
Van eedel bloed, en stof ontygh: Van edele komaf (bepaling bij helden) en door smerig stof (bepaling bij smooren; wnt x, 1876, deze plaats) |
16 |
Hen zoo van 't lot beschooren: Zoals het hun door het lot beschoren is |
17 |
Vrank: Fransman. Denkt Six hier aan zijn gedichten op Lodewijk xiv en Mazarin (zoals gedicht no. [30])? |
19 |
soekt: tracht te krijgen |
21 |
hoorde ook: zou ook merken |
22 |
Den vreede van Oranje: Over de vrede van Oranje (hier in de persoon van Willem ii; Frederik Hendrik was in het jaar voor de vrede van Munster (1648) overleden). Six zal hier denken aan zijn bundeltje Vreughde-Zangen op die vrede (vgl. de Toelichting bij no. [218]). |
24 |
Op 't punt geparst, van Spanje: Van Spanje, dat tot het uiterste geprest was geworden |
27-28 |
meenich strand Der machtighste Tirannen: menige door de machtigste tirannen beheerste kust. Six denkt aan de overzeese expansie. |
29 |
Self: Zelfs |
|
laaten ongelooft: ongeprezen laten, niet bezingen met lofliederen |
30 |
Met: Evenals. Misschien denkt Six hier aan zijn gedichtje op amster. dam, dat ook al was uitgegeven in het bundeltje Vreughde-Zangen van 1648 (no. [270]). |
|
haar hoorens: de punten van haar kroon (vgl. wnt vi, 1093) |
31 |
Op 't Keiserlyke waapenhoofd: Die staat op het keizerlijke Amsterdamse wapen, als op een hoofd |
32 |
met toorens: nl. in de vorm van haar trotse torens. De gelijkstelling van de punten van de kroon met de stedelijke torens doet Amsterdam een Cybele lijken, een met torens gekroonde moederaardegodin. |
33 |
Al op een: Op een nog |
34 |
klinken: slaan, aan het klinken brengen (wnt vii, ii, 4109, deze plaats) |
35 |
moest: zou moeten |
|
besaadt: bedaard, tot rust gebracht (wnt ii, ii, 2444) |
36 |
al het swellen slinken: elke vloed zou moeten wegebben |
38 |
in bedekte mynen: in verborgen onderaardse holen |
40 |
verschynen: hierheen komen (sluit aan bij r. 37) en te voorschijn komen (sluit aan bij r. 38-39) |
41 |
Wat in de groenten eet: dwz. Het kleinste wormpje |
43 |
Syn kuuwen waatert: Zijn kieuwen met water bespoelt |
43-44 |
gereed, En vaardigh: zonder bezwaren en bereidwillig |
45 |
Waar 't alles: Als dan alles ... zou zijn. Six bedoelt letterlijk alles; in r. 35-39 omschrijft hij de vier elementen waaruit het universum is opgebouwd (respectievelijk: water, lucht, aarde en vuur) en in r. 41-43 geeft hij nog apart aan dat de complete fauna, van wormpje tot vis, dan aangelokt zou worden door zijn lier. |
47 |
op 't onvoorsienst: op de meest onverwachte wijze |
48 |
Met 't snelste: dwz. Met het snelste vervoer dat ik dan zou kunnen uitkiezen |
49 |
soute plas: zee |
50 |
aarde wyde streeken: landstreken die zo wijd als de wereld strekken |
51-52 |
Schoon ... geleeken: Zouden, al ben ik nu ook in Spanje, maar één sprong lijken |