9 |
vry: vrijelijk, gerust |
|
moppen: steenblokken |
10 |
op oeversand, te plakken: krachtig op haar zandige oever te planten (Six doelt misschien op het Muiderslot) |
11 |
't vloeit: de stroom van de rivier erlangs gaat |
|
't needersmakken: het (uiteindelijk) doen instorten |
12 |
een kluit: een aardkluit |
13 |
Recht ... Meceenen: Vest uw vertrouwen op Maecenassen, die onderhevig zijn aan verval |
14 |
wil uw lust van Epikurus leenen: dwz. leidt een leven van genot, u baserend op Epicurus |
15 |
draaiwind: wervelwind, tornado |
|
meenen: denken |
17 |
mach [...] daalen: als ... diep in de grond kan laten dringen |
19 |
van sin: van plan, van zins |
|
een rots: vgl. dat geberghte (r. 7) |
20 |
Verschuimt in stof: dwz. Botst zich tot een stofwolk van schuim kapot |
21 |
den hoeksteen: Efeziërs 2:20 |
23 |
hoedtse: loodst haar (de ziele) |
|
door: door tussenkomst van |
23-24 |
langs de perken, Van aventuur: langs de paden van het wisselvallige aardse lot (Psalm 91:11) |
25 |
Kristus leeden: dwz. de gelovigen |
|
rukken: losrukken |
26 |
Van Jesus hoofd: Van Jezus, die het Hoofd is (vgl. Colossenzen 1:18) |
|
in luk: in voorspoed |
27 |
ontfanght: vangt op, doet afspringen |