23 |
reuk van Arabieren: Arabische geurstoffen |
24 |
singende papieren: vellen met (geschreven, gedrukte?) liederen en gedichten |
27 |
op huiden: nu nog |
28 |
De wys: De gewoonte |
30 |
gluurtjes: hartelijke blikjes (vgl. wnt v, 171) |
31 |
knietjes: kniebuiginkjes (wnt vii, ii, 4608, deze plaats: ‘waarschijnlijk voor kniebuiging’) |
|
hoedjes: begroetinkjes met de hoed |
32 |
iet soetjes: iets aardigs |
33 |
nette: mooie |
34 |
elke reisjes: bij elk ommetje (wnt xii, iii, 1699) |
36 |
papieren: nl. pakpapier |
37 |
Met: Waarin |
|
duivekaater: een soort kerst- en nieuwjaarsstol (wnt iii, ii, 3613, deze plaats), wit van de suiker |
38 |
geele koek: peperkoek |
38-39 |
by ... gebakken: In de koekbakkerij De Witte Olifant bij het Damrak. Aan de noordzijde van de hoek Kolksteeg-Nieuwendijk was vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw tot omtrent 1800 een koekbakkerij van die naam gevestigd. De eigenaar, Thomas Pietersz. van Schoorel, vergaarde een groot vermogen: zijn zoon Pieter kon later aan de Herengracht gaan wonen, waar hij een olifantskop in de gevel van zijn huis liet aanbrengen (d'Ailly, 1963, p. 221 en p. 349). De Witte Olifant kwam vaak voor als uithangteken van koekbakkers (Van Lennep en Ter Gouw i, p. 114). |
40 |
pakken: pakjes, presentjes |
41 |
huiden: vandaag |
45 |
gerichtjes: gerechtjes, snoeperijtjes |
49 |
wensch: wens, dat |
50 |
drukken: zullen plagen |
52 |
kaakebeentjes: koontjes, wangetjes (wnt vii, i, 878) |
53 |
swarte kleeren: rouwkleren |
54 |
vermeeren: zullen vermeerderen (was er al reden tot droefheit voor Roselle?) |
55 |
wensch: wens, dat u |
56 |
Noch slecht uw jeughd verdryven: En dat u uw jeugd niet ongebruikt zult laten voorbijgaan |
58 |
geneegen: met liefde voor u, genadiglijk |
60 |
Met bloosjes pronk, op bloosjes: Met blosje op blosje zult pronken |
61 |
verheughde vlaaghjes: blijde zuchtjes wind |
64 |
Korts: Eerlang |
65-66 |
In ... trouwde: In de lieve verbintenis die er zou zijn als men, zo zou ik wel willen, ons samen zou trouwen |
69-70 |
Want ... menschen: Want ik besluit mijn wensen (met de toevoeging): ‘als die wensen ons, die maar mensen zijn (en dus slecht weten wàt te wensen), tot heil strekken’ |