19 |
Myn val was: Ik viel |
20 |
dee trillen myn natuur: mijn hele innerlijk deed sidderen |
21 |
Die: myn natuur, die |
|
korts daar aan: korte tijd daarop |
|
sulken binnevlam: een zo erg inwendig vuur |
23 |
Den raad liep saam, om: Alle raad moest gezocht worden bij (Al mijn hoop op genezing vestigde ik op ...) |
|
Podaliers geslacht: de nakomelingen van Podalirius, een vermaard geneesheer, de zoon van Aesculapius |
24 |
van uw naaneeven: door uw verre neven (de Gezondheid was immers de dochter van Aesculapius) |
|
toegebracht: op mijn gezondheid toegedronken |
25 |
kon: kende, ‘wist te verzinnen’ |
26 |
Al 't leschen: Al die ‘verzachtende’ artsenij |
|
docht my: leek mij |
27 |
's rechters erm: de rechterarm |
|
tocht: een opening, een doorgang (nl. een aderlating). In verband met de water-metaforiek (vgl. sluisjes en waaterschuit) kan men hier wellicht ook aan een ‘tochtsloot’, een afvoersloot, denken. |
29 |
door duisend sluisjes uit: dwz. door de poriën naar buiten |
30 |
dreef: dreef in het zweet |
31 |
gierge: begerige, vraatzuchtige |
32 |
daar mee vliegh ik med: daar zal ik mee meevliegen! |
33 |
Wat veete dat: Alle tweedracht die |
34 |
Onsoenelijk: Onverzoenlijk |
|
binnens muur: dwz. in mijn lichaam (vgl. r. 14) |
35 |
In lanke en pense: In zij en buik (wnt viii, i, 1074, deze plaats en xii, i, 1120, deze plaats) |
36 |
die werselende twee: die twee (water en vuur) die elkaar tegenstreefden (vgl. Kiliaan, 1599: ‘werselen. Reluctari, reniti, obniti’) |
37 |
't minder vuur: het vuur dat in de minderheid was |
|
lee nood: dolf het onderspit |
38 |
jongst: uiteindelijk (wnt vii, i, 393: ‘In deze opvatting alleen bij six v. chand. aangetroffen’) |
39 |
baat: baat het |
40 |
Veel tonnen schats, met alle lekkerheit: Vele tonnen met geld en ook alle aangename dingen (in het algemeen, vgl. wnt viii, i, 1528) ter beschikking te hebben |
41 |
Babels trots cieraad: nl. een pralende, uit hoogmoed gebouwde toren als die van Babel |
42 |
deesen wurm: voor deze worm (dit mensje van niets) |
|
graaven van agaat: dwz. prachtige en blijvende bouwwerken, die echter wel graftombes zijn |
43 |
tapyten van Minerf: wandkleden van Minerva. Minerva was onder meer schutsgodin van de wol- en borduurwerkers. |
44 |
barden: panelen |
|
Timanthes: de vermaarde Ionische schilder |
|
netste: edelste |