toelichting |
De aanstaande bruidegom A.K. en zijn nu overleden aanstaande bruid M.V.H. kan ik niet nader thuisbrengen. Het gedicht staat op p. 236-237 van Six' bundel van 1657. |
|
annotatie |
|
|
2 |
De jeughd van Amstels roem: ‘De belofte voor de toekomst van de faam van Amsterdam’ |
4 |
Van 't Noorde: Door de Noordenwind |
4-5 |
al ... lent: nog voordat het ochtendkrieken in de nu komende lente |
6 |
nieuwe bloempjes: Six bedoelt kennelijk ook: kinderen van deze bloem (r. 1) |
8 |
vier: vuur |
9 |
Door 't ingewand ontstooken: Dwars door haar binnenste in vlam geraakt (op welke ziekte Six doelt weet ik niet) |
11 |
schermde met de min: wijdde zich (nog maar net) aan het spiegelgevecht van de liefde |
12 |
Uit op heur trouwgewin: Omdat ze uit was op de winst die het huwelijk haar zou bieden |
13-15 |
De Minnaar ... deegen: Haar minnaar, die woordjes in plaats van een degen gebruikte (bij dat spiegelgevecht) om als loon de overwinnaarskrans te krijgen |
16 |
flus: weldra |
17 |
sloop: sloopte, vernietigde (of: besloop?) |
18 |
Verraalinks: Verraderlijk (wnt xx, 1970) |
20 |
de kluif: de klauw |
22 |
voorts: meteen, daarop |
25-26 |
Wat ... zal: Van welke minnaar uit de Oudheid zal de ellende, helaas |
28 |
stonden om te paaren: stonden op het punt te trouwen |
30 |
Bruigoms hoop: hoop bruidegom te worden |
32 |
Meest in het heimlend hart: Maar bovenal zwart in zijn hart, dat zijn smart verborgen houdt (wnt vi, 475, deze plaats) |
34 |
Met sucht op sucht te braaken: Met slaking van zucht op zucht |
35 |
De langste mantel: Bedoelt Six de langste sleep die over de grond strijkt en zo ‘zucht’? |
37 |
volght: richt de schreden naar (?) |
39 |
met alle sinnen: met al zijn voorstellingsvermogen (‘met alle zintuigen’) |
42 |
stip: mag drukken (wnt xv, 1747, deze plaats) |
43 |
den steen: aan de zerk (die kil blijft) |
45 |
vroome gaauwigheeden: rechtschapen schranderheid |
47 |
heft: prijst, stelt |
|
se: haar |
49 |
Minnaars: verliefde jongelingen |
|
gaar: verzamel |