|
kenen, als men lang naar een groeizaam buitje heeft uitgezien, verdriet, als men lang op droogte heeft gehoopt. De regenboog wordt hier dus gezien als een voorbode van de regen (vgl. r. 19). |
17-18 |
saagen wy [...] te zyn: zagen wij dat ... betekende |
17 |
haar: nl. des regenboogs |
19 |
Haar volgde: Op de verschijning van de regenboog volgde |
|
soet: verkwikkend |
20 |
kruipen: ontspruiten |
22 |
ooftgequeek: dwz. boomgaard |
23 |
Verslenst: Doet verwelken, Maakt ... slap |
|
den soomerseegen: de zegening van de zomer, nl. de oogst van het land |
24 |
gequelt van winterreegen: dat gekweld wordt met winterse regen (bepaling bij Ons Neerland). In Brazilië valt de regentijd in de zomer, wanneer het echter in Nederland winter is. |
25 |
vol hoops korts: nog onlangs vol verwachting |
|
bedodt: bedrogen (wnt ii, i, 1210, deze plaats) |
26 |
leit: ligt plat |
27 |
lobbren: spatteren, slobberen (wnt viii, ii, 2530, deze plaats) |
|
't gesaaide: het zaaigoed (van de overstroomde velden) |
28 |
voormaals: vroeger, voorgaande jaren |
29 |
nu ongewoon: die ... niet gewend is in dit seizoen |
30 |
Balkt: Loeit (wnt ii, i, 927, deze plaats) |
30-31 |
hoe suur, Moet aan [...] wel vallen: hoe zwaar moet het ... wel niet vallen! |
32 |
Haar melk te melken: Dat men haar melkt |
|
uit de leeghgegeete stallen: dwz. wegens haar gebrek aan voldoende voer (terwijl de stallen waaruit ze zou moeten eten, leeg zijn) |
33 |
De turfpont, by syn baggerturf: Het turfschip, dat bij het opgebaggerde turf ligt |
34 |
Indien se niet geheel verdurf: Als die turf al niet geheel uiteengevallen is |
35 |
Betreurt de ruggelinksche daagen: Verlangt bedroefd terug naar de voorbije tijd (nl. naar de winter waarin de toen droge turf heeft kunnen branden?) |
36 |
om: wegens |
|
boom, en beddevrucht: de opbrengst van zijn bomen en bedden |
37 |
wacht: verwacht |
38 |
wrank: wrang (vgl. Kiliaan, 1599: ‘Wrangh, wranck van smaeck’) |
40 |
van waatersucht verteeren: verrotten van voosheid |
41 |
wat al suchters!: hoevele mensen zuchten er niet! |
42 |
Dan: Anders dan |
43 |
Men wyt het landgequyn den reegen: Dat het land kwijnt wijt men aan de regen |
44 |
leit de vloek, op oorsaaks schaal, te weegen: legt de rampzalige situatie op ‘de weegschaal van de oorzaak’, om daarop af te wegen (wat haar oorzaak is) |
46-47 |
In ... sonden: vgl. de neerliggende en verrottende gewassen (r. 26) |
48 |
deese plaaster: dit medicijn |
|
van meer quaalen, ons bevryden: ons behoeden voor meer kwalen (groter ellende) |
49 |
Lyk: Zoals (wordt opgevat in Zoo, r. 53) |
|
Sirurgyn: chirurgijn, heelmeester |