annotatie |
|
|
2 |
werd: wordt |
3 |
Dies: Daarom |
|
werd: zal ... worden |
|
jongst: uiteindelijk, bij de jongste dag (wnt vii, i, 393: ‘In deze opvatting alleen bij six v. chand, aangetroffen’) |
5 |
Aan veelen jeukt het oor naa ydele eer: Velen willen, ijdel als ze zijn, heel graag prijzende woorden horen (wnt vii, i, 282, deze plaats) |
6 |
Omschaaduwt, in: In de schaduw, in de nabijheid van (?) |
7 |
jaaght men deuchd: als men de deugd (dan een enkele maal al) nastreeft |
8 |
heeve: heftige (een verkortende formatie voor ‘hevig’, Van Es, 1953, p. 185-186; Michels, 1964, p. 208) |
9 |
't Aanloksel van die oovermomde lust: De aantrekkelijkheid van die verhulde eerzucht (wnt xi, 1909, deze plaats) |
10 |
En 't langh verdriet des Godvruchts, sonder rust: En de aanhoudende moeilijkheden die volgehouden vroomheid meebrengt |
11 |
Sien 't heiligh vuur dier gaave ras gebluscht: Maken dat men het heilige vuur van die gave (van Godvrucht) weldra gedoofd ziet |
12 |
waggelende: onstandvastige (vgl. standvastigh, r. 1) |
13 |
naa: naar |
|
ree: rede |
14 |
om: wegens |
15 |
Voorts flaauw: Weldra zonder fut |
|
naa strand verseilt: miskoerst naar de kust |
16 |
Ten beste der tempeesten: Tot prooi van de stormen |
17 |
die: hen die |
18 |
gnaadelyk: genadiglijk |
|
rot: keurbende |
19 |
daar: waarin |
19-20 |
met hem, kloekhartigh knot Den palm: evenals Hij, moedig de zegepalm behaalt |
20 |
heereweegen: de wegen waarlangs het leger (het heir) trekt en die ook de wegen zijn die de Heer wijst |
21 |
saaligaard: een zalige is hij |
|
meer dan drymaal: vgl. voor de formulering: Horatius, Ode i, xiii, 17: ‘ter et amplius’ |
22 |
deese aanvechtenis: deze aanvechting (de strijd die hier gestreden moet worden) |
23 |
Den deughdringh ... mis: Als een edel strijder nooit naast de ring van de deugd steekt. Six roept hier het beeld op van het ringsteken, het ridderlijk toernooispel, waarbij men in volle vaart een lans door een ring moet steken. |