10 |
bewees: heeft geschonken |
11 |
En siek: En opdat men, als men ziek is |
|
wydgebaalde droogen: uit verre streken geïmporteerde, gedroogde geneeskrachtige kruiden |
12 |
niet doogen: dwz. hun kracht hebben verloren bij het drogen(?) |
13 |
Gebruik: Behoeft te gebruiken |
|
fris: versgeplukt |
14-15 |
De Son ... aardgewaschen: dwz. Er zijn geen aardgewassen, waarop de zon, de meester van de natuur, het licht uit zijn ogen doet neerschijnen (‘of ze Vertoonen hier ...’, vgl. r. 19) |
17 |
Gebracht: Aangevoerd |
|
in een klein gemet: op een niet ruim bemeten stuk grond (wnt iv, 1423, deze plaats) |
18 |
beknopt: in telkens een beperkt aantal exemplaren (ook in een woordspel met ‘vol knoppen’) |
19 |
Vertoonen: Laten zien, Vormen |
20 |
Veelverwigh, sonder verw te slyten: In velerlei verftinten, maar zonder dat er verf aan te pas komt (‘besteed wordt’) |
21-22 |
Het Oost ... ontbreekt: Er gedijt in het oosten, het westen of het zuiden geen bloem zo fraai, of die is hier aanwezig (‘geen bloem zo fraai, dat die hier ontbreekt’) |
23 |
ons Noorde: het noorden, waar wij wonen |
|
korter hetten: minder langdurige warmte van de zon |
24 |
te setten: te maken (nl. in kassen) |
25 |
verkouwende aard: de bevriezende bodem |
26 |
Ontrent den Noordschen beer: Bij de noordelijke Grote of Kleine Beer (dwz. In het hoge noorden). Pas hier wordt de aanvulling op de drie in r. 21 genoemde windstreken gegeven. Het in r. 23 genoemde Noorde staat apart van deze vier. |
27-28 |
Of ... aschen: Gedijen in of juist uit de schaduw en in heel arme, zanderige of juist in heel rijke, humushoudende bodem (al naar gelang de soort het eist) |
29 |
Kruidenier: hier voor: botanicus (vergelijk Six' eigen beroep) |
|
die braaf, om prys: die op edele en prijzenswaardige wijze |
31-32 |
Kan ... volmaaken: Als de mensheid volmaaktheid kan benaderen, dan zult u de Amsterdamse hortus tot volmaaktheid brengen (en haar vol maken met àlle planten van de wereld en van het paradijs) |