|
proeven). De anecdote gaat terug op Aristoteles, Ph. problemata xxviii, 7 (950 a). |
11 |
de wys: het gezang |
|
de reên: het gepraat |
12 |
Apiciaanen: navolgers van de Romeinse gulzigaard Apicius, op wiens naam een kookboekje staat (De re coquinaria libri x) |
13 |
graage: hongerige |
|
brenght self het soetst banket: zorgt er zelf voor dat het banket het lekkerst smaakt |
14 |
werd van den honger opgeset: wordt geserveerd door het eigen hongergevoel |
15 |
't eedele korret: de edele korretvis (een fijne makreelsoort, wnt vii, ii, 5636-5637). Mogelijk bedoelt Six tonjin (vgl. gedicht no. [101], r. 273). |
16 |
gelyk Albaanen: als wijn uit Albano (een vermaard wijngebied ten zuiden van Rome) |
18 |
Den Kooningh, die de Nylenaars geboodt: de Farao |
19 |
den nood: Six zal doelen op de hongersnood in Egypte (Genesis 47:13) |
20 |
korst: het fijnste (vgl. het spreekwoord: bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien, wnt xxi, i, 728) |
21-22 |
den Vorst Darius: Darius iii Codomannus, koning der Perzen. Op de vlucht voor Alexander de Grote werd hij zwaar gewond achtergelaten in een uitgedroogd gebied. De Macedoniër Polystratus gaf hem nog wat te drinken, maar de koning was al aan zijn verwondingen bezweken toen Alexander arriveerde (Plutarchus, Alexandros, 43). |
25 |
eelste: edelste |
26 |
't lyf: mij het lichaam |
|
wel drenk: naar behoren te drinken geeft |
27 |
als Plato: nl. zoals Plato deed bij het Symposion, het ‘gastmaal’ |
29-32 |
Die ... keuken: Een schootel wyse spreuken, die, als iemand de keel veel begiet en smeert, hetgeen de volle maag moet verteren, waarbij verduffende dampen in het hoofd stijgen, hem (nl. die iemand, vgl. men, r. 29) iets leerzaams biedt en hem wegvoert uit die keuken (nl. de ‘keuken’ van de vertering, waar de vadsigmakende dampen ontstaan). In deze interpretatie is in verteert een enclitisch 't verondersteld. |
34 |
leerhongrig: leergierig (wnt viii, i, 1322, deze plaats)(vgl. de schootel wyse spreuken) |
35 |
van: over |
35-36 |
wat Besonders op te leggen: iets bijzonders te garen (vgl. ook het opleggen, ‘voor later wegbergen’, van etenswaren en drank, wnt xi, 974) |
37 |
langhwyliger: voor langer tijd, over een langer spanne tijds |
38 |
Ambar: een kostbare, geurende en verzachtende stof, in gebruik als specerij (de gebruikelijker spelling is amber, wnt ii, i, 361) |
|
of een kostelyker prys: of met een nog hogere prijs (met samengetrokken van) |
39 |
Vergeef my slechts: Vergeef mij alleen (en excuseer ú niet, vgl. r. 4) |
|
myn vrygepleeghde wys: mijn spontaan (‘uit de losse pols’?) gemaakte zang (of ligt het accent meer op Six' vrijpostigheid?) |
40 |
uw: aan u |