34 |
een gootlinghschoot: een schot uit een gegoten kanon (wnt v, 454, deze plaats) |
40 |
uw oogen vel: uw oogleden |
41-42 |
als, op Israël, De droeve Josef heeft geleegen: zoals de bedroefde Jozef ‘zich heeft neergelegd op het aangezicht’ van zijn vader Jakob (Genesis 50:1) |
43 |
wyse Keiserlyke vrouw: nl. Calpurnia, de derde vrouw van Caesar |
44 |
Dat: leidt de onderwerpszin in die voorafgaat aan de persoonsvorm Wroeght (r. 48) |
|
uw te voorgedroomde rouw: uw in een droom voorziene rouw. Omdat zij een voorspellend droombeeld had gezien, trachtte Calpurnia tevergeefs Caesar ervan te weerhouden naar de Senaat te gaan, waar hij zou worden gedood. Het verhaal gaat terug op Plutarchus' biografie van Caesar lxiii, 5-7. |
45 |
syn kleinachten: zijn onverschilligheid ertegenover |
46 |
dieper opmerk: groter opmerkzaamheid |
47 |
Nu laaci, al te laat bedocht: Terwijl ik daar nu veel te laat, ach, wel toe ben gekomen |
48 |
Wroeght: Knaagt, Woelt |
51 |
Och! of: Ach, ik mag hopen dat |
|
naamaals: in het vervolg |
|
bedroogen: zullen misleiden (afhankelijk van Och! of) |
52 |
ben: zal zijn (nl. in een volgende droom) |
53 |
lessen: nl. de lessen van mijn vader |
|
opneem: zal vastleggen. Met het uitspreken van deze toch wat ijdele hoop toont Six hoezeer hij betwijfelt of zijn vurige wens in vervulling zal gaan. |
|
correctie |
Op p. 168 van de bundel Poësy van 1657 staat in de titel van dit gedicht ongesiende. In de lijst met Drukfeilen achterin de bundel is dit verbeterd tot ongesiene. |