toelichting |
Dit in petrarkistische trant geschreven gedicht staat op p. 159-160 van Six' Poësy. |
|
annotatie |
|
|
1 |
Waarom [...] versteent: Waarom, ... als een steen zo hard gemaakt, dwz. Waarom maakt u, ... zo hard als een steen |
2 |
die Luik verleent: de steen die uit Luik komt, nl. arduin |
4 |
Gesoogen: Gezoogd(?), bepaling bij Barbaaren |
|
verwoede voesteraâren: de tepels van een woeste voedster |
5 |
trekt: bereidt |
6 |
dat Tygers plekt: melksel, dat welpen tot echte tijgers maakt (hun de plekken van echte tijgers geeft) |
7 |
osseleere soolen: rundlederen schoenzolen (met de implicatie: de drager van zulke zolen is wel een dwaas om zo te doolen?) |
8 |
by: nl. de minnaar (het gehele gedicht vermijdt de ik-vorm) |
9 |
gedien: vertoon van dienstbaarheid |
10 |
zyn ongesien: onopgemerkt blijven |
11 |
rekt te langh uw kortvergaande daaghjes: stelt u zich de binnenkort vervlogen tijd van uw jeugd als veel langduriger voor dan hij is |
13 |
Het melkwit: De melkwitte teint |
|
langs [...] gesprenght: over ... uitgesprenkeld (sluit aan bij ‘melk’, uit melkwit) |
14 |
de Maai: de maand mei |
15 |
teer: vergankelijk |
|
zoo pruts op te pratten: op zo trotse manier prat op te gaan (vgl. daarentegen wnt xii, ii, 3918, deze plaats en xii, ii, 4653, deze plaats) |
16 |
De winter: De winter van uw ouderdom |
17 |
Eer langh gelyk den haagel blank: Zodat het binnenkort wit zal zijn als hagel (bepaling bij uw blonde haair) |
18 |
Dan: En dan ook |
|
rank: broos |
19 |
uw sterne: uw voorhoofd (vgl. Kiliaan, 1599: ‘Sterne, stirne. [...] Frons’) |
|
een raam van spiegelglaasen: een venster met (twee) spiegelende ramen |