toelichting |
Het gedicht staat op p. 135-136 van Six' bundel. |
|
annotatie |
|
|
1 |
vraagh: raadsel. Six doelt hier alleen op het 's avonds op drie benen lopende wezen, de in zijn ouderdom met een stok lopende bejaarde, dwz. alleen op het laatste gedeelte van het bekende raadsel. |
2 |
verargrende: achteruitgaand |
3 |
Begost: Begon |
4 |
Daar: Maar daar, nl. op d' aard |
|
loome: trage |
5 |
Ladas: een snelle Olympische hardloper, wiens naam terloops wordt genoemd door Catullus (Carmen 55), Juvenalis (Satire 13) en Martialis (Epigram 86, boek 11). Ladas' snelheid was min of meer spreekwoordelijk (vgl. Adagia, 1643, p. 244-245). |
|
heet: noemt |
6 |
Van voogels [...] bekleedt: Van vogelvleugels voorzien |
|
als Merkuur: Mercurius wordt vaak afgebeeld met gevleugelde sandalen. |
7 |
Faalt luttel: Heeft het nauwelijks mis |
8 |
meer bedriegen: mij nog een onjuiste gedachte ingeven (vgl. leek, r. 1) |
9 |
vuilnis maagh: de Galenische medische wetenschap beschouwt de milt als het orgaan dat afvalstoffen van de lever opvangt en zo het verse leverbloed rein houdt (Galenus, ii, ix, 138 en iii, ix, 178). |
10 |
gevilt: gesneden |
11 |
Als doenelyk bepleit van veelen: Zoals dat door velen wordt verdedigd als een verantwoorde en mogelijke ingreep. Het nut van de milt was reeds in de Oudheid omstreden. Volgens Galenus kent de Natuur geen nutteloze organen en op grond daarvan verdedigt hij het belang van de milt voor het lichaam (Galenus, ii, iv, 91 en ii, ix, 132). Six volgt Galenus' redenering, maar kerstent diens ‘Natuur’ (vgl. r. 12). Miltextirpatie bij de mens -overigens wel degelijk mogelijk- komt in Six' tijd nog niet voor, maar de chirurgijn Job van Meekeren (1611-1666), een stadgenoot van Six, vermeldt wel een geslaagde miltverwijdering bij een hond (Van Meekeren, 1728, p. 269). |
12 |
Zoo [...] dan: Als dat echt zo zou zijn, dan |
13-14 |
Hiel ... leef: Als ik dus moet aannemen dat ik dat orgaan nog wel naast het hart draag, aangezien ik in leven ben en aangezien het ongetwij- |