toelichting |
In 1652 overleed Six' grootmoeder van moederszijde Catharina Jehu of Jeheu op tachtigjarige leeftijd, na een ziekbed van vijf weken. Zij werd op 18 oktober 1652 in de Zuiderkerk begraven (Frederiks, 1883, p. 235). Six deelde haar overlijden mee in zijn gedicht begraavenisbrief Aan Myn Neef Joannes Hoorenbeek (no. [324]). De opening van het familiegraf in de Zuiderkerk zal de aanleiding zijn geweest voor Six' gedicht ontroeringe van geest op het besichtigen van myn vaaders en broeders lyken (no. [94]). Dit sonnet staat op p. 46 van Six' bundel. |
|
annotatie |
|
|
titel |
ioost iuliens: Six' grootvader, in 1632 gestorven (vgl. R.C. Six, 1896, 86) |
1 |
De blaauwe kerk: De Zuiderkerk, gebouwd met onder meer blauw-grijze natuursteen |
2 |
Alba: Alva |
|
naa den Rhyn: nl. naar Keulen |
3 |
smeekt: smeekte (presens historicum) |
|
om 't echte bed gordyn: dwz. om in het huwelijksbed te komen |
4 |
's Keisers naam, en 's Kooninghs: de naam van de Romeinse keizer Julianus en die van de bijbelse koning Jehu (2 Koningen 9). Waar verwijst bij deze interpretatie naar 't echte bed gordyn, maar Six speelt ook met de mogelijkheid Waar te laten verwijzen naar den Rhyn. Keulen is immers een keizerstad waar de overblijfselen van de drie koningen worden bewaard. |
5 |
Dry kroonen: nl. de enkele koningskroon en de dubbele keizerskroon. Waarschijnlijk maakt Six ook een toespeling op het Keulse wapenschild dat de drie kronen van Balthazar, Kaspar en Melchior laat zien. |
5-6 |
met middelbaare leenen Van werreldsch goed: met een zekere welstand van aardse bezittingen, die hun als het ware in leen zijn toevertrouwd (door God) |
|
in pyn: in moeilijkheden, nl. vervolgd |