[75] Verklaaringe teegen arghwaan, oover myn dicht ter eere van den kooningh van Spanje (p. 77)
toelichting |
Men begreep Six' quasi-prijzende gedichten op de Spaanse koning en zijn bruid kennelijk niet helemaal. Men vertrouwde de loftuitingen in bijvoorbeeld gedicht no. [241] en gedicht no. [246] maar half. Was Six niet enigszins gewonnen voor de Spaanse monarchie? Tegen deze argwaan verdedigt Six zich in dit sonnet, afgedrukt op p. 38 van zijn Poësy. |
|
annotatie |
|
|
titel |
verklaaringe teegen arghwaan: Opheldering die mij verdedigt tegen het wantrouwen |
1 |
Naa: Nadat |
|
Flip: Filips iv |
|
sloegh op zoo swaare snaaren: dwz. had bezongen in een zo weids lofdicht (naar alle waarschijnlijkheid het gedicht tempel, aan den kooningh van spanje, no. [246]) |
2 |
Van d'ongemeene luit: dwz. in een weinig voorkomende trant van dichten. Six beseft dus dat zijn overdreven lof niet door iedereen als spot herkend was. Zo'n quasi-lofdicht is inderdaad nog niet vaak vertoond, geeft hij toe. |
3-4 |
Heb ... haairen: Heb ik al half en half gevreesd dat de woede van velen mij onmiddellijk onbezonnen in de haren zou vliegen |
5 |
vreedeolyf: olijftak van de Munsterse vrede |
|
afgevaaren: uit ... neergedaald |
6 |
in krygh langh handgemeen geweest: die elkaar in een oorlog lange tijd hebben bestreden |
7 |
Wat: Waarom |
|
myn Bastardswaan: mijn ‘bastaard-dichterlijk’ vermogen |
|
nu ook geMadrilleest: dat nu ook ‘verspaanst’ is (wnt ix, 87, deze plaats) |
| |
8 |
Meer, dan van Baarle Frans gesint: In nog hoger mate dan Caspar Barlaeus francofiel was. Barlaeus' enthousiasme voor Frankrijk zal Six hebben afgelezen uit zijn Medicea Hospes van 1638. Zoals Van Baerle daarin de Blijde Inkomste van de Franse koningin Maria de' Medici in Amsterdam had beschreven en bezongen, had Six de intocht van Maria Anna van Oostenrijk in Madrid beschreven en bezongen in een aantal gedichten (vgl. Snoep, 1975, p. 41-42). Barlaeus' lof was echter niet spottend bedoeld geweest ... |
9 |
De Flippen: nl. Filips ii, iii en iv |
|
oopen: onverhulde |
10 |
Om vaadersche erfenis: Omwille van hun vaderlijk erfgoed (wnt xviii, 169, deze plaats) |
|
De Sein: dwz. Frankrijk |
|
deed sich gelyken: deed zich voor als |
11 |
tot Spanjes schaa: om Spanje afbreuk te doen |
12 |
Men ... stryken: Men kan haar daarvoor dankbaar zijn, als zij tenminste ‘de kap niet over ons heen wil halen’, dwz. ons niet wil bedriegen (vgl. ‘in de kap geleid worden’, wnt vii, i, 1418) |
13 |
Voorts trouw geen lichten Frank: Stel vooralsnog geen vertrouwen in een lichtzinnig Fransman |
|
geef: moet ... meegeven |
|
't naakomstig saad: dwz. aan de kinderen |
14 |
in brypap: nl. door hun die met de paplepel in te gieten |
|
en kronyken: en door hen die in kronieken te laten lezen (waarmee Six aangeeft dat de Spaansche tirannye niet vergeten mag worden, maar ook enigszins dat ze definitief tot de geschiedenis is gaan behoren). Misschien doelt Six hier concreet op de Spieghel Der Ieucht, Ofte Corte Cronijcke der Nederlantsche geschiedenissen. In de welcke naecktelijck verhaelt ende voor ooghen ghestelt worden, de voornaemste Tyrannien ende onmenschelijcke wreedtheden, die door het beleydt der Coningen van Hispaenigen, onder hare Stadt-houders, hier in Nederlandt bedreven zijn, [...]. Het boekje presenteert zich als ‘een onderwijsinghe der Jonckheydt, seer bequaem om in de Vrye Nederlantsche Scholen, te gebruicken’ (Spieghel Der Ieucht, 1615). |
|
|