toelichting |
In het hier behandelde reeksje van zes sonnetten stelt Six het voor alsof hij in Granada een beeldje van zijn geliefde heeft laten maken. Hij doopt het ‘Maria’, blijkbaar de eigenlijke naam van de geliefde die Six in zijn erotische poëzie gewoonlijk ‘Roselle’ noemt. Over deze Maria zijn mij geen nadere gegevens bekend. Six laat haar in het vijfde sonnet als het ware zelf aan het woord: zij reageert boos op Six' gedrag en woorden. In het laatste sonnet bindt Six ijlings in. De sonnettenreeks heeft hem intussen ruim de kans geboden met de verering van de andere Maria in Granada de spot te drijven. De reeks dateert van omstreeks de jaarwisseling 1649-1650. Ze staat op p. 30-33 van Six'-bundel van 1657. |
|
annotatie |
|
|
titel |
wydinge: eredienst |
|
bestraffinge: terechtwijzing |
1 |
beeldenaar: beeldsnijder (wnt ii, i, 1285, deze plaats) |
|
wat loopt ghy straaten slyten?: waarom loopt u werkloos op straat? |
2 |
geeft: dwz. geeft immers |
4 |
Een Maribeeld zal immers niet vermyten: Nee, natuurlijk niet; een Mariabeeld zal immers niet door houtmijt worden aangetast, verrotten (wnt xx, 1391, deze plaats). Het is me niet duidelijk of deze weerlegging van r. 2-3 in de mond van de beeldenaar wordt gelegd of dat zij is toe te schrijven aan een plotseling quasi-inzicht van de dichter zelf. Granada geeft geen werk aan beeldsnijders, want de beelden in de kerken en kloosters blijven ‘eeuwig’ in stand: ze zijn onvergankelijk door hun heiligheid. |
5 |
Onnoodge vrees: Six stelt de beeldenaar gerust; het wonder van de onvergankelijke beelden is immers een schrikbeeld voor hem. Maar Six blijkt werk te kunnen bieden. |
|
Sa, saa: Vooruit, hupl |
6 |
met een geestigh oogenmerk: met een sierlijk eindprodukt voor ogen (wnt iv, 756 en x, 2317) |
7 |
berk: nl. wegens de blankheid van het hout |
8 |
Zyt seeker dat uw kost, noch loon zal spyten: Weest er van verzekerd, dat u geen spijt zult hebben van de onkosten en niet ontevreden zult zijn met het loon |
9 |
gelyk: als dat van |
10 |
bloote: onbedekte, of: eenvoudige, ongekapte? (vgl. wnt ii, ii, 2920) |
11 |
slinks: in de linkerhand |
|
een Kupidootjen: vgl. het kindje Jezus in de arm van de Mariabeelden |
12 |
mach: kan |
13 |
schraaght: draagt |
14 |
Omcier [...] met: Omhang ... met de sier van |
|
parlende koraalen: als parels glanzende bloedkoralen (of: parels als kralen?) |