[58] Aademscheppinge langhs de riviere Dauro (p. 60)
toelichting |
Het gedicht dateert van Six' verblijf in Granada, rond de jaarwisseling van 1649-1650. Het staat op p. 30 van zijn Poësy. |
|
annotatie |
|
|
titel |
de rivier dauro: de Rio Dauro of Darro, de rivier die door Granada stroomt |
1 |
Moe: bepaling bij 'k (r. 4) |
|
de hooren: dwz. de boven de stad uittorenende vesting (vgl. Van Es, 1953, p. 147) |
2 |
ryk: rijke |
3 |
Dat: 't Alhambre, dat |
|
Chiko: Boabdil el Chico, of Aboe Abd Allah Mohammed xi, de laatste moorse vorst van Granada. Hij moest op 2 januari 1492 de stad overdragen aan Ferdinand van Arragon. |
|
van veer verooreloght bekreet: van verre beweende, toen hij door de oorlog was verdreven. Met van veer doelt Six op de bergpas ongeveer 15 |
| |
|
km ten zuiden van Granada, vanwaar Boabdil een laatste blik op zijn geliefde paleis zou hebben geworpen. De pas heet daarom (ook nu nog) de ‘Suspiro del Moro’, de Zucht van de Moor. |
4 |
om myn aadem schier verlooren: met het oog op mijn ademhaling, die ik bijna kwijt ben (dwz. om op adem te komen na de inspannende bezichtiging en na de afdaling van de rots waarop het Alhambra ligt, vgl. de titel) |
5 |
Rivier uit Albaisyn, oostwaarts vier myl, gebooren: Rivier die vier mijl oostwaarts van Albaicin ontspringt. Albaicin is de noordoostelijke stadswijk van Granada, de oude moorse stad (Baedeker Spanien, 1899, p. 363). Inderdaad ontspringt de Darro ongeveer 15 km buiten de stad, doch niet in oostelijke, maar in noordoostelijke richting. Six houdt kennelijk Hollandse mijlen aan (van 5600 Amsterdamse ellen van ongeveer 70 cm, wnt iii, iii, 4055 en ix, 705). |
6 |
door twee bergen heen: nl. tussen de Sacro Monte en de Silla del Moro door (respectievelijk benoorden en bezuiden de Darro gelegen, vgl. Baedeker Spanien, 1899, p. 362-363, kaart) |
8 |
van den Sonnebergh geroert: door de Zonnenberg aangeraakt, dwz. stromend langs de voet van de Cerro del Sol, een berg ten oosten van de stad (vgl. Van Es, 1953, p. 147 en Baedeker Spanien, 1899, p. 363) |
|
gond kooren: gouden korenaren, dwz. gouden waterstralen (eventueel: als gouden zonnestralen, vgl. Sonnebergh). De omschrijving houdt ook verband met het in de rivier aangetroffen goud (vgl. r. 13). |
10 |
By luisterend geboomt: Bij geboomte, dat luistert |
|
uw gekeide snaaren: dwz. uw keien, die in het stromende water een geluid geven als de snaren van een muziekinstrument (Van Es, 1953, p. 147) |
11 |
Dat: nl. luisterend geboomt, dat, of: myn gemoed, dat |
|
den selven toon: de steeds gelijke klank |
|
uwen strykstok: metaforisch voor: uw stromend water |
12 |
Kastaal: Kastalia, Parnasbron |
|
aaren: slokdarm, maar, in verband met Kastaal, ook: dichterlijk vermogen |
13 |
uw gondvliet: uw goudhoudende stroom. Er bestaat een etymologie die de naam Dauro of Darro in verband brengt met oro, goud (Enciclopedia ilustrada). |
|
van Guadix poort: van de Puerta de Guadix, de nu verdwenen noordelijke stadspoort, gelegen bij de plaats waar de Darro de stad binnenstroomt (Baedeker Spanien, 1899, p. 372) |
14 |
Met silver van Genyl, uit Bibarramble paaren: Vanuit de Bibarramble poort u verenigen met het zilverheldere water van de Rio Genil. Bij de eveneens verdwenen zuidwestelijke stadspoort, de moorse Puerta de Bîb ar-ramla of Bibarrambla (Baedeker Spanien, 1899, p. 366), verliet de Darro de stad, om zich enkele honderden meters verder te verenigen met de Genil, die ten zuiden van Granada van oost naar west stroomt. Van Es, 1953, p. 147 tekent aan: ‘Het heet, dat in deze rivier zilver werd gevonden’, maar ik heb daarvan geen bevestiging kunnen vinden. |
|
|