3 |
een droeve nacht: metaforisch voor: de uitzichtloze situatie na de dood van kroonprins Baltasar Carlos (1629-1646), de enige zoon die Filips iv nog restte uit zijn huwelijk met de in 1644 reeds overleden koningin Isabella. In ruimer verband zou de aanduiding ook kunnen slaan op de neergang van de Spaanse politiek in die jaren; men kan hierbij bijvoorbeeld denken aan de afvalligheid van Catalonië en Portugal, in 1640 onafhankelijk geworden. |
4 |
weer: ooit nog |
5 |
Jupyn: de oppergod Jupiter, hier voor: Filips iv |
|
die Son: nl. die van zijn eerste vrouw, Isabella van Bourbon (vgl. r. 8) |
6 |
uitgekooren: uitverkozen, bovenal geliefde |
8 |
Strax komt [...] aanstryken: Weldra zal ... hierheen komen schrijden |
9 |
Voorts: Daarop |
|
rees Maria: dwz. kwam de zon Maria Anna van Oostenrijk op |
|
een wit gebooren paard: een schimmel (‘a snow-white palfrey’, Hume, 1906, p. 366) |
10 |
twaalef Nimfen: nl. hofdames in haar gevolg (vgl. Justi, 1888, ii, p. 287: ‘Ihr folgten die Damen, zwölf berittene, die übrigen in Kutschen’) |
|
op haar staart: de ogen niet van haar af kan houden |
11 |
Werd: Wordt |
|
straalblind: wnt xv, 2049, deze plaats: ‘verblind door straling? Eenmaal aangetroffen’. Of is een juister verklaring ‘stekeblind’ (vgl. straal: ‘pijl’)? |
|
met: evenals |
|
zoo als haar glansen gloeijen: zo hevig als haar zonnestralen zinderen |
12 |
in haar omarmt: nl. in de hitte van haar omarming (zij is immers een Son) |
|
't Eskuriaal: het Escorial, het paleis buiten Madrid waar het paar de eerste weken van het huwelijk had doorgebracht |
13 |
syn hoofsche saal: dwz. in zijn eigenlijke koninklijke paleis in de hofstad |
14 |
Uit welke: Waaruit, Uit welke omarming |
|
een beeter Prins: dwz. een prins die een betere vorst zal worden dan zijn vader |