toelichting |
Het sonnet staat op p. 12 van Six' Poësy. |
|
annotatie |
|
|
titel |
waart [...] om: blijft ... bij, dwaalt ... rond |
2 |
hiel: hield, deed blijven |
3 |
droeve: nl. over het scheiden bedroefde |
7 |
dees soete reis: deze ene lieve keer |
8 |
vlugge: vluchtige, ongrijpbare |
|
kon bereiden: zou kunnen vormen (bereiden ook in de zin van ‘klaarmaken als etenswaar’) |
9 |
Ik hiel: Dan hield ik |
|
aangesicht: uiterlijk voorkomen |
|
een bereedent dier: een ‘redelijk dier’, een mens |
10 |
gewendt: gedraaid |
11 |
gaar verguldt: goudbruin gaar gebraden |
|
smaakte: zou smaken |
12 |
immers: in elk geval |
|
wis: zeker |
13 |
staadigh: voortdurend, altijd |
13-14 |
beslooten waar geweest In u: geheel in u zou zijn opgegaan |