[21] Aan Roselle. De liefde verraadt sich selve (p. 23)
toelichting
Dit sonnet staat op p. 11 van Six' Poësy.
annotatie
4
brein: verstand
5
niet myns: mezelf niet meester
meenen: willen zeggen
7
Zoo: expletief, vat als (r. 5) op
van: achternaam (dwz. per ongeluk achter de drie genoemde voornamen)
8
Dies: Daarom
beneenen: loochenen
[pagina 21]
[p. 21]
9
liegh ik: dwz. als ik de liefde leugenachtig ontken
10
schoon: hoewel
11
kan ik: ook al kan ik nog
13
myn byslaap: mijn ‘slapie’, mijn slaapkamergenoot. Zo was bijvoorbeeld Jakob Breine Six' warme byslaap in de tijd dat hij bij vader Jacob Six in dienst was om het koopmansvak te leren (vgl. gedicht no. [165], r. 4).