toelichting |
Evenals het voorgaande heeft ook dit sonnet viervoetige versregels. Het staat op p. 7 van Six' Poësy. |
|
annotatie |
|
|
3-4 |
Om ... sin: dwz. Omdat u het gezelschap waarnaar u, lief, verlangt, niet kunt hebben |
5 |
de min: nl. de liefdesbetuigingen |
6 |
mach naaken: kan bereiken |
7 |
die quellingh: bedoelt Six dat haar treuren een zelfkwelling is? |
8 |
heeft [...] al in: brengt ... (nu eenmaal) allemaal mee |
9 |
slacht: gelijkt |
|
de rooselaaren: de rozestruiken |
10 |
haare: hun |
|
naauw bewaaren: nauwlettend behoeden. In aansluiting bij het voorafgaande bedoelt Six waarschijnlijk dat de liefde altijd wel narigheid meebrengt (zoals bijvoorbeeld de afwezigheid van de geliefde). |
11 |
Op: Met behulp van |
13 |
de doornebekken: ‘de bijtende uiteinden van de doornen’, de doornpunten (de samenstelling niet in het wnt) |
14 |
noch afgehaalt: toch geplukt. De troost zit hem dus in de verzekering dat het roosje, ondanks de doornen, geplukt zal worden. |
|
correctie |
Op p. 7 van de bundel van 1657 staat in r. 1 van dit gedicht vriendelike. In de lijst met Drukfeilen achterin de bundel is dit gewijzigd in vriendlike. |