Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 798]
| |
[470] Verjaargety, van myne moeder.aant.O saalige oorsaak van myn leeven,
Beminde moeder, deesen dagh,
Van eenensestigh jaar beschreeven,
Sints uwe wiegh, werd met een lach
5[regelnummer]
Geseegent, van uw andre kindren,
Vermaanende, om een appeltaart.
Maar wyl uw jaaren vast vermindren,
Hoe dat ghe meerder werd bejaart,
Op elken dagh, een daghjen naader,
10[regelnummer]
Aan 't graf, dat kind, en moeder scheidt:
Zoo was het best, van allegaader,
Dat uw verjaardagh wierd beschreit.
Och! kan het zyn, in seeven jaaren
Verjaare moeder maar een maal.
15[regelnummer]
Wat moeder zal aan taarten spaaren,
Wensch ik, aan heur geslacht, betaal.
Maar 't is vergeefs, dat wy zoo wenschen:
Gesetten tyd verslindt de menschen.
|
|