Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 769]
| |
[453] Klachte oover ondankbaare vrinden.aant.Eer zal het lichte vuur geschaapen, om te steigen,
Neer neigen, als de swaare muur:
Eer zal de swaare muur geschaapen, om te neigen,
Opsteigen, als het lichte vuur:
5[regelnummer]
Dan ik uw vriendschap, vol weldaadigheits, zal laaten,
Toeseide sommigh drempelvrind:
Dan ik uw vriendschap, vol geneegentheits, zal haaten,
Toeseide ik hen van my bemint.
Maar noch de lichte vlam, noch swaare steen verlieten
10[regelnummer]
Hun neigens, noch hun steigens sucht:
Nochtans beklaagen wy, dat vrunden ons opschieten,
En leelik houden, voor een klucht.
Staak, trouwe zielen, staak aan iemand meer te trouwen,
De werreld heeft geen trouwheit meer.
15[regelnummer]
Ondankbaarheit regeert, ondankbre zyn behouwen.
Men strek geen geld om vrundeneer.
Wat ons onmooglik scheen, heeft mooghlikheit ontfangen.
Daar is niet seldsaams, of de tyd die kan het langen.
|
|