Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 763]
| |
[448] Op versmaade erkentenisse voor het geneesen mynes hands, door Bonaventura Koegelen van Dortmond, aan den selven.aant.De vriendschap neemt een goed begin,
Wanneer twee vrienden, min, om min,
En weldaad, om weldaadigheit,
Met geen blanketsels toebereidt,
5[regelnummer]
Verwisselen hand, oover hand,
Gelyk een bal kant, oover kant:
Niet juist gewoogen, op een schaal,
Of opgecyffert allemaal.
Dan vlaaght de soete rooseblom,
10[regelnummer]
Met mirt, uit Liefdes heilighdom,
Van booven onder Wester aam,
En kroont twee harten, met een naam.
Zoo Dortmond, die syn proefstuk mee,
In 't heelen van myn waakel dee,
15[regelnummer]
Een weldaad, dien ik niet waardeer,
Dies met een ernstigh hartsbegeer
Den naam van vriend ons wenscht gemein,
Hy wraake niet, al is het klein
't Paar hechten, uit een heliotroop.
20[regelnummer]
Ai, luister doch, hoe soeten knoop.
Se zyn gepaart. Wat leert de stof
Van steen, zoo groen, als mirtelof,
Doorpurpert van een hartenaar,
Gelyk het bloed der rooselaar,
25[regelnummer]
Besprenght, met karltjes haagelwit,
Rondkantigh, blinkende, als een git,
Dan heldre liefde, sonder end,
Van twist, noch haat, noch nyd geschendt?
Op zulken grond had sich Orest,
30[regelnummer]
Met Pilades syn vrund, gevest.
Maar waar toe zulken sinnebeeld?
't Is voor een doofmans deur gespeelt,
Zoo langh als Dortmond my versmaadt.
Hy sie nochtans waar op het staat.
|
|